Verrassing: een lijn van Karel de Grote via mijn oma Femmigje Nijboer

Tot voor kort dacht ik dat ik alleen via mijn opa Dirk de Leeuw van Karel de Grote afstamde. Maar in de afgelopen week stuitte ik opeens op een lijn die via mijn oma Femmigje Nijboer loopt.

0
257
Gedeelte van een kaart uit 1865 van de gemeente Wanneperveen. Linksonder de buurtschap Leenders. Bovenaan de kaart staat de hervormde kerk van Giethoorn aangegeven. Daar net onder, ter hoogte van de doopsgezinde kerk, stond het slot Daalhof.

Toen ik aan deze serie begon, schreef ik nog dat alle afstammingslijnen van Karel de Grote naar mij via mijn opa Dirk de Leeuw gaan. Inmiddels blijkt dat niet te kloppen. In de afgelopen week ontdekte ik een nieuwe lijn (wellicht zelfs meer dan één) die via mijn oma Femmigje Nijboer blijkt te gaan. Dat was een verrassing. De voorouders van mijn oma komen allemaal uit het noorden, vooral uit Drenthe, maar ook uit omliggende gebieden in Groningen, Friesland en Overijssel. Omdat de bronnen daar meestal niet erg ver teruggaan, had ik niet verwacht hier op een lijn naar Karel de Grote te stuiten.

Dat die lijn er is, vind ik niet bijzonder. Ik schreef al dat waarschijnlijk iedereen van Karel de Grote afstamt. Dat ik deze lijn gevonden heb, vind ik wel bijzonder. Het is te danken aan het feit dat ik al snel, slechts 8 generaties voor mijn oma, in de zeventiende eeuw, bij een jonkvrouw uitkom: Margreta van Renoij. De jonkheren van Renoij woonden tot in het begin van de achttiende eeuw op het slot Daalhof bij Giethoorn. En omdat van adellijke families altijd meer gegevens te vinden zijn dan van het gewone volk, lukt het toch om van daaruit een heel eind verder terug te gaan in de tijd.

Toch moet ik hierbij een slag om de arm houden. Dat zit zo: voor de afstamming tussen Margreta’s klein- en achterkleindochter heb ik geen bewijs. Ik ben zelf de eerste die de links legt tussen Margreta’s dochter en kleindochter en tussen haar kleindochter en achterkleindochter, op basis van eigen onderzoek. Maar van die twee links kan ik laatste hooguit aannemelijk maken.

De achterkleindochter is Zwaantje Hansen, generatie 31 in de stamreeks hieronder. Zij trouwde in 1778 in Steenwijk met Dirk Dirks. Van Zwaantje Hansen zijn in Steenwijk en omgeving echter geen doopgegevens te vinden. Dus wie zijn haar ouders? Nu kregen Dirk en Zwaantje twee kinderen: Dirk en Jacobje. Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat Jacobje de naam van haar moeder was en dat haar vader Hans heette. Dat zijn geen namen die heel veel voorkomen. Dus ga je zoeken of er in Steenwijk en omgeving misschien een echtpaar Hans en Jacobje te vinden is.

En jawel: in 1753 werden in Steenwijkerwold huwelijksafkondigingen gedaan voor Hans Hendrik Nijklazensz Kallee en Jacobje Egberts van Leenders. Hans Hendrik is overduidelijk een zoon van Niclaes Antoni Hanssen Kalle en Swaentien Jacobs, die in 1720 in Steenwijkerwold een zoon Hans Hendrijk lieten dopen. Dit klopt dus precies: de namen Hans en Jacobje en ook nog eens een grootmoeder Swaentien als verklaring voor de naam Zwaantje. Geen bewijs, maar wel heel sterke aanwijzingen dat Zwaantje Hansen hun dochter was. Zo niet, dan is het allemaal wel erg toevallig.

Dan nu Jacobje Egberts van Leenders. Hans en Jacobje lieten in Steenwijkerwold één kind dopen: Gosina Hansen Kallee. Eerst dacht ik dat zij wellicht dezelfde was als Zwaantje, ook omdat Zwaantjes kleindochter (generatie 33) Sientje heette in plaats van Zwaantje. Maar in 1784 staat er een Gesina Hanssen vermeld als lidmaat van de kerk in Steenwijkerwold, terwijl Zwaantje in die tijd getrouwd en wel in Steenwijk woonde. Gesina en Zwaantje zullen dus twee zussen geweest zijn.

Zou Gesina dan de naam van Jacobjes moeder geweest zijn? Ook van Jacobje zijn er geen doopgegevens te vinden. Maar bij haar huwelijk kwam ze uit Kolderveen, waar het huwelijk ook gesloten is. Dus gaan we maar op zoek naar een echtpaar Egbert en Gesina in de kerkelijke gemeente van Kolderveen en Dinxterveen. En inderdaad: in Kolderveen trouwden in 1708 Egbert Hendriks en Gesijna Leenders. Zij kwam toen uit Dinxterveen. Ook wordt er vervolgens in Kolderveen een hele serie kinderen gedoopt van Egbert Hendriks. De moeder wordt niet genoemd, dus het is niet zeker of dit allemaal kinderen van dit ene echtpaar geweest zijn. Ik vind het zelfs onwaarschijnlijk, omdat het gaat om een wel erg lange periode. Bovendien trouwt er in die tijd nog twee keer een Egbert Hendriks in Kolderveen.

Maar een paar dingen vallen op. Om te beginnen: bij twee van die kinderen (Margrieta en Willem) staat een woonplaats vermeld: aan de Zomerdijk in Dinxterveen. Ook nu nog heet de doorgaande weg van Zwartsluis langs het Meppelerdiep naar Meppel de Zomerdijk. En vlak voor Meppel, daar waar de weg uit Dinxterveen uitkomt op de Zomerdijk, ligt de buurtschap Leenders. Ik neem aan dat daar ooit de boerderij van Egbert Hendriks en Gesijna Leenders gestaan heeft. Zij is daar waarschijnlijk ook opgegroeid, als dochter van Wilhelm Leonards en Margreta van Renoij. En de binding aan die hoeve verklaart ook waarom Jacobje de naam ‘van Leenders’ droeg, ook al kwam die naam niet bij haar vader, maar bij haar moeder vandaan.

In de tweede plaats wordt er in 1718 een kind van Egbert Hendriks gedoopt waarbij er in het doopboek geen naam wordt opgegeven. Het doopboek van Kolderveen wekt sowieso de indruk dat het niet erg zorgvuldig werd bijgehouden. Data zijn zelden compleet. Het lijkt er sterk op dat de gegevens pas veel later, vanuit het geheugen, werden opgeschreven. En ja, dan ben je wel eens een naam vergeten. Hoe dan ook, ik stel me zo voor dat het kind uit 1718 best Jacobje geweest zou kunnen zijn. De naam Jacobje, die dus niet zoveel voorkomt, is misschien te verklaren doordat haar moeder een broer had die Jacob heette.

Aanvankelijk dacht ik dat ik het hierbij moest laten en dat ook de afstammingrelatie tussen Gesijna Leenders en Jacobje Egberts van Leenders niet bewezen kon worden. Maar toen stuitte ik op een verkoopakte uit 1763, waarbij de erfgenamen van Egbert Hendriks en Gesijna Leenders een huis en twee hoven met een boomgaard in Dinxterveen, gelegen tussen de Zomerdijk en het Meppelerdiep, verkochten aan een baron van IJsselmuiden. In die akte werden ook ‘Hans Niklaas en Jacobjen Egberts’ uit Steenwijkerwold genoemd onder de erfgenamen.

Dat Jacobje Egberts van Leenders een dochter was van Gesijna Leenders is daarmee dus wel zeker. Dat Zwaantje Hansen een dochter was van Jacobje is helaas nog niet bewezen. Toch lijkt die relatie me voldoende aannemelijk om ervan uit te gaan dat die klopt. En daarmee dus ook de afstamming van mijn oma van jonkvrouwe Margreta van Renoij.

Wellicht denkt iemand dat ik bevooroordeeld ben, omdat deze afstamming zo interessant is. Maar ik kan verzekeren dat ik dat pas ontdekte nadat ik de beide links tussen Zwaantje en Jacobje en tussen Jacobje en Gesijna gelegd had. Pas toen ik verder ging zoeken naar de ouders van Gesijna, ontdekte ik dat haar moeder een jonkvrouw van Renoij was.

En via de van Renoijs blijkt er dus een lijn te lopen naar een bastaarddochter uit het geslacht van Wassenaar en vandaar via de heren van Cuijk en een graaf van Namen naar een hertog Karel van Nederlotharingen, die in rechte mannelijke lijn van Karel de Grote afstamde. Hieronder deze lijn. Er zijn tussen generatie 1 en 15 waarschijnlijk meer lijnen mogelijk, maar dit vond ik de interessantste.

  1. Karel I de Grote (748-814), koning der Franken en keizer van het Heilige Roomse Rijk
  2. Lodewijk I de Vrome (778-840), koning der Franken en keizer van het Heilige Roomse Rijk
  3. Karel II de Kale (834-877), koning der Franken en keizer van het Heilige Roomse Rijk
  4. Lodewijk II de Stamelaar (846-879), koning der Westfranken en keizer van het Heilige Roomse Rijk
  5. Karel III de Eenvoudige (879-929), koning der Westfranken
  6. Lodewijk IV de Overzeese (921-954), koning der Westfranken
  7. Karel der Franken (ca. 953-ca. 995), hertog van Nederlotharingen
  8. Irmgard Adelheid der Franken (ca. 975-ca. 1012)
  9. Albert II (ca. 1000-ca. 1064), graaf van Namen
  10. Ermengard? van Namen (ca. 1070-ca. 1108). Haar bestaan is een aannemelijke speculatie op basis van vernoemingen en familiebanden tussen de families van Namen en van Malsen/van Cuijk. Ze zou getrouwd zijn met Herman van Malsen, de stamvader van de heren van Cuijk.
  11. Hendrik I (ca. 1070-ca. 1108), heer van Cuijk
  12. Herman (ca. 1100-ca. 1170), heer van Cuijk
  13. Hendrik II (ca. 1140-ca. 1204), heer van Cuijk
  14. Albert (ca. 1170-ca. 1233), heer van Cuijk
  15. Dirk van Cuijk (ca. 1210-ca. 1260), burggraaf van Leiden. Ook via zijn moeder, Hadewich van Meerheim, lopen er mogelijk lijnen naar Karel de Grote.
  16. Hendrik van Cuijk (ca. 1240-1319), burggraaf van Leiden
  17. Alveradis Bertha van Cuijk (ca. 1280-ca. 1310)
  18. Filips III van Wassenaar (ca. 1300-ca. 1350), burggraaf van Leiden
  19. Dirk IV van Wassenaar (ca. 1333-ca. 1391), burggraaf van Leiden
  20. Katrijn van Wassenaar (na 1355). Zij was een bastaarddochter.
  21. Adriana Say van Rosendaele (ca. 1385)
  22. Pieter III (ca. 1420-1509), heer van Roden. Roden is hier niet het Drentse dorp Roden, maar het Zuid-Hollandse dorp Rhoon, waar het kasteel van de heren van Roden nog altijd te vinden is.
  23. Pieter IV (1471-1534), heer van Roden
  24. Boudewijn van Rhoon (1519-1578). Hij was kanselier van Gelderland en Overijssel en raadsman van Karel V en Filips II.
  25. Gerritdina van Rhoon (1567)
  26. Boldewijn van Renoij (ca. 1591-1635). Hij was getrouwd met Mechteld Sloet. Via haar stam ik af van het adellijke geslacht Sloet uit Vollenhove. Tijdens mijn studie Geschiedenis heb ik nog eens een artikel geschreven over een vooraanstaande telg uit dat geslacht: Arent Sloet (1722-1786). Nu blijk ik dus aan hem verwant. Mechtelds vader Reynt Sloet sneuvelde in 1603 tijdens het beleg van Oostende. Diens vader Johan Sloet was in 1579 een van de ondertekenaars van de Unie van Utrecht.
  27. Reijnt van Renoij (ca. 1620). Een broer van hem was getrouwd met een achterkleindochter van Johan van Oldenbarnevelt.
  28. Margreta van Renoij (1647). Zij was getrouwd met haar neef Wilhelm Leonard. Hun moeders waren zussen. Wilhelms vader Petrus Leonardi was predikant in Wanneperveen en Blokzijl en diens vader Paulus was predikant in Kampen. Petrus was een neef van Sara Nevius, de vrouw van de bekende predikant Wilhelmus à Brakel. Hun moeders waren zussen, terwijl zijn vader ook nog eens een oom was van haar vader. Een broer van Petrus was getrouwd met een kleindochter van de bekende predikanten Petrus Plancius en Willem Baudartius.
  29. Gesijna Bertina Leenders (1687-1756)
  30. Jacobje Egberts van Leenders (1718-na 1763). Zij was getrouwd Hans Hendrijk Nijklazensz Kallee. Zijn vader Niclaes Antoni Hanssen Kalle was vrijwel zeker een zoon van Hans Hendrick Kalle (of Hans Calle), die aan het eind van de zeventiende eeuw scherprechter (beul) was in Leeuwarden. Broers van hem waren scherprechter in ‘s-Hertogenbosch en Breda en een oom was dat in Zutphen en Arnhem. Zij stamden uit een Duitse familie met vele generaties scherprechters.
  31. Zwaantje Hansen (ca. 1755)
  32. Dirk Dirks van der Heide (1778-1816)
  33. Sientien Dirks van der Heide (1811-1896)
  34. Femmichje Benthem (1853-1893)
  35. Jacob Nijboer (1885-1972)
  36. Femmigje Nijboer (1914-2005), mijn oma.

Zelf ben ik hier dus weer generatie 38.

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in