Nog een keer wil ik een bijdrage leveren aan de discussie over de vraag of vrouwen mogen dienen in kerkelijke ambten. In mijn laatste bijdrage heb ik betoogd dat de besluiten van de GKV-synode over dit onderwerp het gezag van de Schrift op losse schroeven zetten, doordat ze ervan uitgaan dat de Bijbel over dit onderwerp onduidelijk is.

Nu is mijn ervaring dat dat artikel veel bijval vindt bij tegenstanders van vrouwen in het ambt. Uit reacties blijkt dat zij zich door mijn artikel bemoedigd voelen. Maar voorstanders voelen zich er niet door aangesproken.

Hoe komt dat?

Ik denk dat het er veel mee te maken heeft dat voor- en tegenstanders de Bijbel inmiddels op een radicaal andere manier lezen. Soms lijkt het wel alsof we niet meer allemaal dezelfde Bijbel lezen. Tegenstanders zeggen: het staat er toch duidelijk dat het niet mag? Hoe kun je er nu ooit iets anders in lezen? Dan maak je de Bijbel toch zelf onduidelijk? Maar voorstanders snappen daar weer niets. Want die onduidelijkheid is voor hen een reële, ervaren werkelijkheid. Hoe kun je dat nu niet zien?

Daar komt bij dat wij gereformeerden inderdaad ook altijd erkend hebben dat niet alles in de Bijbel meteen duidelijk is. De Bijbel is wel degelijk een lastig boek. Als we zeggen dat de Bijbel duidelijk is, bedoelen we dat we kunnen begrijpen wat we moeten begrijpen. Maar we moeten er wel moeite voor doen. En we komen er nooit helemaal mee klaar. Er zijn dingen in de Bijbel die we in dit leven nooit zullen begrijpen. Met gewoon lezen wat er staat ben je er dus niet zomaar.

Daarom is het niet voldoende om simpelweg te zeggen dat de voorstanders van de vrouw in het ambt de Bijbel onduidelijk maken. We moeten ook aantonen dat de Bijbel op dit punt inderdaad duidelijk is. Dat dit niet een van de punten is waarop de Bijbel inderdaad onduidelijk is. En dat de vermeende onduidelijkheid inderdaad gebaseerd is op argumenten die niet te rijmen vallen met het Schriftgezag.

Paulus aan Timotheüs

Ik wil daar graag een poging toe doen. Ik neem daarbij 1 Timotheüs 2:9-15 als uitgangspunt. Het is een van de beruchte zwijgteksten. En juist daarvan wordt tegenwoordig immers gezegd dat ze te onduidelijk zijn om er een verbod op te kunnen baseren op vrouwelijke ambtsdragers. Juist hier is dus de vraag: hoe komt men erbij dat deze passage onduidelijk is?

De oude uitleg is vrij eenvoudig weer te geven: Paulus zegt dat vrouwen geen onderwijs mogen geven, maar alleen mogen krijgen. Ze mogen geen gezag uitoefenen over mannen, maar moeten onderdanig zwijgen. En dat is geen regel voor een specifieke tijd of situatie. Want Paulus baseert deze regel op Adam en Eva: Adam is het eerst geschapen, niet Eva. Eva heeft het eerst gezondigd, niet Adam. Dat zijn historische feiten die nooit zullen veranderen. En als die feiten de basis vormen voor deze regel, dan zal deze regel dus ook nooit veranderd mogen worden. Dan is het een algemene regel voor alle tijden en plaatsen.

Het is duidelijk dat deze uitleg een onoverkomelijke blokkade opwerpt tegen vrouwen in het ambt. Immers, als je geen onderwijs mag geven en geen gezag mag uitoefenen over mannen, hoe kun je dan ambtsdrager zijn? Het is toch de taak van ambtsdragers om de gemeente te leiden? Dat kan toch niet zonder onderwijs te geven en gezag uit te oefenen over heel de gemeente, dus ook over mannen?

Wil je toch vrouwen toelaten tot het ambt, dan zul je dus een manier moeten vinden om deze tekst zo uit te leggen dat deze blokkade wordt opgeheven. En inderdaad zijn er allerlei pogingen gedaan. Veel verschillende pogingen. Maar over het algemeen richten ze zich op drie punten:

  • Het onderwijs geven.
  • Het gezag uitoefenen.
  • Paulus’ beroep op Adam en Eva.

Laten we die punten eens langs gaan.

Geen onderwijs geven

Volgens de klassieke uitleg verbiedt Paulus hier vrouwen in het algemeen om onderwijs te geven aan mannen. In elk geval gaat het dan om geloofsonderwijs waarbij je met gezag spreekt op basis van de Bijbel. Maar nieuwe uitleggers proberen te beargumenteren dat Paulus’ verbod op onderwijs door vrouwen te maken had met een heel specifieke situatie in die tijd in de gemeente van Efeze, waar Timotheüs op dat moment werkte. Het zou te maken hebben met de cultuur van die tijd, waarin het ongepast zou zijn als vrouwen onderwijs gaven. Of het zou gevaarlijk zijn als vrouwen onderwijs gaven, omdat vrouwen in die tijd zelf te weinig onderwijs gehad hadden. Ze hadden dus te weinig kennis om betrouwbaar onderwijs te geven. En dat zou dan de reden zijn dat Paulus zegt dat vrouwen juist onderwijs moeten krijgen in plaats van geven.

Het probleem is alleen dat uit de tekst nergens blijkt dat dit soort overwegingen voor Paulus meespeelden. Er zal in Efeze best iets aan de hand geweest zijn. Maar Paulus zegt er niets over. We weten het dus gewoon niet. We kunnen er alleen maar over speculeren. Maar is het relevant? Waarom heeft de Heilige Geest er dan niet voor gezorgd dat Paulus ons meer informatie geeft?

Maar nee, Paulus gebruikt een heel ander argument. Hij beroept zich op Adam en Eva. Waarom? Als het hier alleen maar zou gaan om een specifieke situatie en niet om een algemene regel, dan is het toch niet logisch om Adam en Eva in stelling te brengen?

Geen gezag uitoefenen

Dan het tweede punt. Volgens de klassieke uitleg verbiedt Paulus hier vrouwen om op wat voor manier ook gezag uit te oefenen over mannen. Maar nieuwe uitleggers stellen dat het woord dat hier – en verder nergens – in de Griekse grondtekst gebruikt wordt voor gezag uitoefenen eerder een negatieve betekenis heeft. Het zou gaan om overheersen. Trouwens, alleen de NBV en de vertaling 1951 gebruiken hier het woord ‘gezag’. De Statenvertaling heeft het over ‘heersen’ en de Herziene Statenvertaling gebruikt het woord ‘overheersen’. Van ‘heersen’ kun je nog zeggen dat het vroeger in de tijd van de Statenvertaling zowel een neutrale als een negatieve betekenis kon hebben. Maar toch, mijn favoriete HSV kiest dus inderdaad voor ‘overheersen’.

Volgens de nieuwe uitleggers betekent dat dat Paulus hier dus niet verbiedt dat vrouwen gezag over mannen hebben. Hij verbiedt alleen dat ze dat gezag misbruiken of te veel gezag naar zich toe trekken. Probleem is alleen: waarom zegt Paulus dit dan alleen over vrouwen? Geldt dat dan niet voor mannen? Mogen die hun gezag wel misbruiken? Mogen die wel gezag naar zich toetrekken waar ze geen recht op hebben?

Natuurlijk niet. Maar als je zegt dat ook mannen dit niet mogen, rijst opnieuw de vraag: waarom beroept Paulus zich hierbij op Adam en Eva? Hoe kan het verschil tussen Adam en Eva nu een argument vormen om vrouwen iets te verbieden wat mannen ook niet mogen? Of zou het soms zo zijn dat Paulus hier met overheersen bedoelt dat waar vrouwen met gezag mannen onderwijzen, per definitie sprake is van het toe-eigenen van gezag dat vrouwen niet toekomt? Alleen die uitleg kan ik rijmen met Paulus’ beroep op Adam en Eva.

Adam en Eva

Bij de uitleg van deze tekst draait het dus om het derde punt: waarom beroept Paulus zich op Adam en Eva? Waarom gaat hij helemaal terug naar de schepping en de zondeval? Wil je de blokkade opheffen die deze tekst opwerpt tegen vrouwen in het ambt, dan zul je eerst deze argumentatie van Paulus ‘onschadelijk’ moeten maken. Pas daarna komt er eventueel ruimte voor een andere uitleg op de beide andere punten.

Natuurlijk beseffen de nieuwe uitleggers dat ook. Ze hebben inderdaad allerlei pogingen gedaan om deze argumentatie te ontkrachten. Zo stond er in het deputatenrapport voor de synode van 2014 te lezen dat Paulus hier geen algemeen normerend argument geeft. Nee, hij zou dit alleen maar noemen omdat het idee van een scheppingsorde ‘goed aansloot bij wat destijds maatschappelijk gangbaar was’. Met andere woorden: niet omdat het een geldig argument was, maar omdat het in die tijd een aanvaardbaar argument was. Alsof Paulus een onbetrouwbare draaier was die niet perse de waarheid vertelde, maar zijn argumenten aanpaste aan wat zijn gehoor wel of niet wilde horen. Maar als Paulus onbetrouwbaar is, dan is de Heilige Geest dat ook. Want Paulus schrijft toch geïnspireerd door de Geest? Of is niet alles wat erin de Bijbel staat Gods Woord?

Het deputatenrapport voor de synode van 2017 gaat vreemd genoeg nauwelijks in op Paulus’ beroep op Adam en Eva. Maar in de aanloop naar de synode is de discussie voor een groot deel ook bepaald door het boek Zonen & dochters profeteren. In dat boek wordt we een uitleg gegeven van Paulus’ woorden. Kort gezegd komt die uitleg hierop neer: Paulus beroept zich niet zelf op Adam en Eva. Nee, hij noemt Adam en Eva alleen omdat er in Efeze vrouwen zouden zijn die dat deden. Paulus zou alleen maar hun argumenten ontkrachten.

Wat waren die argumenten dan? Nou, zij zouden zich beroepen op het feit dat Eva de moeder van alle levenden genoemd wordt. Onzin, zegt Paulus dan: Adam is eerst geschapen. En het tweede argument zou zijn dat Paulus in zijn onderwijs steeds Adam verantwoordelijk stelt voor de zondeval, bijvoorbeeld in Romeinen 5 en 1 Korinthiërs 15. Maar nee, opnieuw noemt Paulus dit onzin: Eva zondigde eerst.

Ik kan me best voorstellen dat veel mensen door deze uitleg overtuigd worden. Ook ik zelf vond het op het eerste gezicht een heel plausibele oplossing. Het lijkt precies te kloppen. En het biedt een mooie uitweg uit een probleem dat velen ervaren en waar ze graag vanaf willen.

Toch overtuigt deze uitleg mij uiteindelijk echt helemaal niet. Ik heb daarvoor twee argumenten.

Speculatie

In de eerste plaats: waar lees ik in 1 Timotheüs 2 dat er in Efeze vrouwen zouden zijn die zulke argumenten gebruikten? Nou, nergens! Dit is allemaal niet meer dan een hypothese. Opnieuw pure speculatie dus. De nieuwe uitleggers verzinnen er zelf van alles bij om deze tekst anders uit te kunnen leggen dan we altijd gedaan hebben. Zeker, ze gebruiken allerlei historische en culturele argumenten waarom het zo zou kunnen zijn. En het klinkt misschien plausibel. Maar het zijn eigen ideeën die aan de Bijbelse informatie worden toegevoegd. De uitleg is dan niet meer gebaseerd op de Bijbel alleen, maar minstens zoveel op hun eigen ideeën. En dat biedt natuurlijk geen enkele zekerheid.

Dat het geen zekerheid biedt, kan ik gemakkelijk illustreren. Mij persoonlijk lijkt het namelijk best vergezocht om te veronderstellen dat deze vrouwen niet zelf beseften dat hun veronderstelde beroep op Adam en Eva geen hout sneed. Ze wisten toch wel dat Adam eerst geschapen was? Ze wisten toch dat Eva eerst gezondigd had? Dan moet je toch wel dom zijn om dan te beweren dat vrouwen gezag over mannen mogen hebben omdat alle mensen uit Eva geboren zijn of omdat Adam verantwoordelijk zou zijn voor de zondeval!

Kortom, het is volgens mij helemaal niet zo moeilijk om al speculerend tegen deze uitleg argumenten in te brengen die minstens zo plausibel klinken. Sla je eenmaal aan het speculeren, dan kun je er alle kanten mee uit.

Apostolische Bijbeluitleg

Dat brengt mij bij mijn tweede argument. Voordat je er ook maar aan kunt denken om op de speculatieve toer te gaan en hypothetische redenen gaat verzinnen waarom Paulus Adam en Eva in stelling brengt, zul je eerst moeten aantonen dat de meest voor de hand liggende uitleg onjuist is. Als we geloven dat Gods openbaring duidelijk is, betekent dat immers dat de meest voor de hand liggende uitleg vaak de juiste is. Je moet wel heel goede redenen hebben om een voor de hand liggende uitleg af te wijzen en te verklaren dat een passage waarbij zo’n uitleg mogelijk is, toch niet duidelijk is.

En hier is die meest voor de hand liggende uitleg toch dat Paulus zich hier inderdaad op de schepping en de zondeval beroept omdat hij een algemene norm wil geven voor de kerk van alle tijden en plaatsen.

Nu zeggen de voorstanders van de nieuwe uitleg dat dat helemaal niet zo voor de hand liggend is. Want, zeggen ze, het is onmogelijk dat Paulus zich beroept op een rangorde tussen Adam en Eva in Genesis 2 en 3. Zo’n rangorde is in Genesis 2 en 3 namelijk helemaal niet te vinden. Hebben ze gelijk?

Tja, ik geef toe dat het er nergens expliciet staat. Ik geef ook toe dat er in Genesis 2 en 3 allerlei elementen zitten die juist wijzen op de gelijkwaardigheid tussen Adam en Eva. Maar toch, het lijkt mij geen gezonde manier van de Bijbel uitleggen om wat wij in Genesis 2 en 3 wel of niet menen te lezen als norm te nemen voor hoe we Paulus’ woorden moeten uitleggen. Het lijkt mij beter om het andersom te doen: blijkbaar ziet Paulus iets in Genesis 2 en 3 dat voor ons op het eerste gezicht misschien minder duidelijk is.

Hier is een basale grondregel in het geding voor hoe we de Bijbel uitleggen. Gods openbaring bevat geen fouten of tegenstrijdigheden. Wel wordt Gods openbaring in de loop van de Bijbelse openbaringsgeschiedenis steeds duidelijker. Dat wil zeggen dat latere openbaringen eerdere openbaringen uitleggen en verduidelijken. Concreet: we lezen het Oude Testament door de bril van het Nieuwe. Door heel het Nieuwe Testament heen zie je hoe de apostelen teksten uit het Oude Testament citeren en die op Christus toepassen. Regelmatig gebeurt het dan dat ze een uitleg geven waar we zelf op grond van alleen het Oude Testament nooit opgekomen zouden zijn.

Kortom, als Paulus Genesis uitlegt, maakt hij Genesis voor ons duidelijker dan het zonder die uitleg voor ons zou zijn. Paulus spreekt als een apostel van Christus. Hij schrijft als een door de Geest geïnspireerde Bijbelschrijver. En dus hebben zijn woorden het gezag van een goddelijke openbaring. Als hij in Genesis 2 en 3 een rangorde ziet, dan is die er, zelfs al zien wij die op het eerste gezicht misschien niet.

Paulus’ bril

Het is dus heel verstandig om Paulus’ bril op te zetten en daarmee Genesis 2 en 3 te gaan lezen. Kunnen wij de rangorde die Paulus ziet, nu ook zelf vinden? Volgens mij moet je blind of heel erg eigenwijs zijn om dan te blijven zeggen: nee.

Het meest duidelijk is volgens mij toch wat er gebeurt bij de zondeval: Eva zondigde eerst. Toch stelt God Adam verantwoordelijk. God roept niet Eva ter verantwoording. Hij roept hen zelfs niet samen ter verantwoording. Nee, Hij spreekt Adam aan. Blijkbaar ziet God Adam als de eerst verantwoordelijke, als het hoofd.

Daarmee doet God precies het omgekeerde van wat de slang had gedaan. Die had eerst Eva aangesproken. Het is opvallend dat Paulus in 1 Timotheüs 2 niet zegt dat Eva als eerste gezondigd heeft, maar dat ze als eerste misleid is. Daarmee wijst hij op de rol van de slang. Door zich op Eva te richten, keerde de slang Gods scheppingsorde om. Adam was als eerste geschapen. Hij was het hoofd. De slang stelt Eva aan als hoofd. Maar God handhaaft Adam als het hoofd door Hem als eerste aan te spreken. En vandaar dus dat ook Paulus steeds Adam noemt als degene – de ene mens – door wie alle mensen onderworpen zijn aan de vloek.

Maar ook het feit dat Adam eerst geschapen was, spreekt toch duidelijke taal? Als je het maar wilt zien. De dieren werden in paren geschapen. Tenminste, uit niets blijkt dat het anders was. Zo trekken ze aan Adam voorbij, zodat hij ze hun naam kan geven (Genesis 2:19-20). Hij zelf is dan nog alleen. Waarom schiep God de mens niet meteen als paar? Waarom eerst Adam en dan pas Eva? Waarom Eva uit Adam? Ik kan daar geen enkele andere reden voor bedenken, dan de reden die Paulus geeft: dat de man het hoofd is van de vrouw.

Geen logica

Dat Adam als eerste geschapen is, betekent dus dat de man de eerst verantwoordelijke is en gezag heeft over de vrouw. Maar nieuwe uitleggers vinden dat niet logisch. Volgorde is toch niet hetzelfde als rangorde? Als dat wel zo zou zijn, zou dat dan niet betekenen dat de dieren nog weer boven de mensen staan? Die zijn immers nog eerder geschapen dan Adam? Maar Genesis 2 vertelt juist dat God de mens aanstelt over de dieren. Dan zit het met de verhouding tussen volgorde en rangorde dus net andersom. Zou het dan niet logischer zijn dat Eva boven Adam staat? Kortom, hoe kan Paulus dit nu ooit als geldig argument gebruiken?

Ik denk dat dit soort redeneringen een verkeerde grondhouding verraden. Je gaat dan al bij voorbaat uit je eigen uitleg van Genesis. En op basis daarvan probeer je dan Paulus na te rekenen. Je legt zijn argumentatie langs de meetlat van je eigen logica om te kijken of zijn argumenten wel geldig zijn. Maar volgens mij is dat een doodlopende weg. Paulus redeneert hier namelijk niet op basis van logica. Hij is niet bezig een poging te doen plausibele argumenten te verzinnen die Timotheüs en de mensen in Efeze hopelijk zouden kunnen overtuigen omdat ze die logisch aanvaardbaar. Dat zou hij doen als hij op eigen gezag sprak.

Maar nee, Paulus spreekt niet op eigen gezag. Hij legt met goddelijk gezag de Bijbel uit. Daarbij gaat hij niet uit van een algemeen logisch principe dat de eerste altijd de hoogste positie inneemt. Nee, hij zegt alleen dat dat in dit specifieke geval zo is. Dat de man het hoofd is over de vrouw, dat heeft God blijkbaar willen laten zien door Adam eerst te scheppen. En door Eva uit Adam te scheppen. Dan moet je niet vagen of dat logisch gezien wel klopt. Nee, je moet het gewoon gelovig aanvaarden als Gods waarheid.

Duidelijk

Alles bij elkaar lijkt me er dus geen enkele reden te zijn om de klassieke uitleg van 1 Timotheüs 2 overboord te zetten. Dat Paulus op basis van de schepping en de zondeval een algemene regel geeft, is niet alleen de meest voor de hand liggende uitleg. Het is ook nog eens een uitleg die heel goed past bij wat we in Genesis 2 en 3 lezen. Als je het maar wilt lezen.

Bovendien is het consistent met het verdere onderwijs van Paulus. Ik heb al genoemd wat Paulus in Romeinen 5 en 1 Korinthiërs 15 zegt over Adam als eerst verantwoordelijke voor de zondeval. Ik wil ook wijzen op 1 Korinthiërs 11, waar Paulus ook het eerst geschapen zijn van Adam aanvoert als reden waarom de man het hoofd is van de vrouw. En op hoe Paulus zijn instructies aan Timotheüs besluit: ‘Nu weet je hoe men zich in Christus’ kerk te gedragen heeft.’ (1 Timotheüs 3:15).

Kortom, deze passage is prima uit te leggen zonder dat je speculatieve hypotheses nodig hebt. Wat Paulus’ bedoelt, is gewoon duidelijk. Als je toch gaat speculeren over wat Paulus misschien zou kunnen bedoelen, om van een algemene regel iets heel specifieks te maken, ga je op twee cruciale punten de fout in:

  • Je gaat er blijkbaar vanuit dat de Heilige Geest ons in de Bijbel niet alle informatie geeft die we nodig hebben. Immers, als je zonder dat de Bijbeltekst daar zelf aanleiding toe geeft eigen speculatieve ideeën gaat toevoegen, heb je blijkbaar niet genoeg aan de Bijbel alleen. Is dat sola Scriptura?
  • Je accepteert blijkbaar niet het apostolisch gezag van Paulus. Immers, als je wat Paulus met zijn beroep op Adam en Eva al dan niet bedoeld kan hebben, laat afhangen van je eigen uitleg van Genesis 2 en 3, onderwerp je Paulus aan je eigen normen. Maar laat je dan de Schrift nog zichzelf uitleggen?

Daarom lijkt me de conclusie gerechtvaardigd dat hier meer dan de hand is dan slechts een verschil in exegese. Het gaat hier wel degelijk om een andere hermeneutiek. Een hermeneutiek die in gereformeerde kerken onacceptabel zou moeten zijn. Sterker nog, ik denk dat kerken die deze nieuwe uitleg goedkeuren – of zelfs maar toelaten – niet langer gereformeerd zijn. Omdat niet wordt vastgehouden aan wat de gereformeerde belijdenis leert over het gezag van de Schrift.

Bestellen?

24 Reacties

  1. Dank voor dit heldere artikel.
    Even een taalkundige opmerking: “God blijkbaar willen laten zien door Adam eerst te schapen. En door Eva uit Adam te schapen.” Schapen is geen werkwoord; dat moet echt ‘scheppen’ zijn.

  2. Mooi artikel en helemaal eens. Goed gezien dat de eenheid en gezag van de Schrift als geheel op het spel staat. Als de locus van gezag van de Bijbel gezocht wordt in de menselijke schrijver dan kunnen veel teksten tegen elkaar uitgespeeld worden. De Geest is echter de auctor primarius.

  3. Over de reden van de Scheppingsorde is nog wel wat meer te zeggen dan dat de man hoofd is van de vrouw. Hier gaat het immers om Adam en Eva. In de eerste plaats geeft Genesis zelf daar een antwoord op: “Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw.” Dat kan alleen maar als de vrouw uit de man is en van hetzelfde vlees en been! Man en vrouw zijn geen tweeling. De vrouw is als het ware ‘geboren’ uit de man. In deze eerste mens (Adam) is de hele mensheid reeds geschapen. De vrouw is al inbegrepen (Zie Gen.1:27 en 5:2). Ze moet alleen nog maar ‘gebouwd’ worden. Dat betekent dat ze ontstaat als zelfstandige persoon doordat God haar bouwt uit reeds gevormd materiaal van de mens. De vrouw wordt niet uit de aarde gevormd (יצר), zoals Adam, maar gebouwd (בָּנָה) uit een stukje lichaam van de mens (de man), zonder toevoeging van nieuw materiaal. Zo kunnen man en vrouw letterlijk als twee-eenheid beschouwd worden.

  4. Vervolg:
    Zo zag God hen (man-vrouw) vanaf dat moment ook. Als Adam en Eva weggestuurd worden uit de hof zegt God namelijk: “De mens is geworden als een van ons” (Gen.3:22 e.v.). Als je vers 22-24 leest zou je kunnen denken dat Eva is achtergebleven in de hof. Natuurlijk niet, maar de mens en zijn vrouw zijn een eenheid. Opvallend is ook dat na de schepping van de vrouw, de aanduiding van de mens hetzelfde blijft. Nu er twee mensen zijn is het onlogisch om er een de mens te noemen en de ander niet, maar nee: het is de mens en zijn vrouw. Oneerbiedig gezegd is de vrouw de extensie van de man (begrijp me goed!). De vrouw ontvangt haar plaats en roeping via de man en niet rechtstreeks. (Vgl.1 Kor.11:7). Overigens wordt in het hele Oude Testament de vrouw NOOIT als mens aangeduid (mens=אָדָם).

  5. Vervolg (laatste):
    Dat is nogal mysterieus en wiskundig niet goed te verklaren. Waarom heeft God het zo gedaan? Het uiteindelijke antwoord vinden we in Efe.5:30-32. Vanwege de eenheid van Christus en de gemeente. Christus is hoofd en de gemeente is zijn lichaam. Daarom moeten we het onderscheid man-vrouw zo serieus nemen. Als dit uitgewist wordt dan dreigt ons zicht op het heilswerk van Christus te verdwijnen. Het is de bruidegom die zijn leven opgaf om een in eerste instantie onwillige bruid (Eze.16) te verwerven uit een verdorven en opstandig mensengeslacht. Het is de bedoeling van elke man en vrouw om dat ontwerp uit te beelden. Daarom zijn we gemaakt zoals we gemaakt zijn. Man en vrouw is niet een bijkomstigheid van het ontwerp van de mens zoals wel vaak gezegd wordt. Ieder mens is concreet als man of vrouw geschapen. M.i. is het hoofd zijn derhalve veel meer dan een gezagsrelatie. Als we Gen.1-3 weer helder hebben dan wordt dat weer zichtbaar.
    Nogmaals goed artikel. (Allemaal trouwens).

  6. De man is gebouwd uit fijn stof, de vrouw is geweven uit dubbel fijn stof.

    De vrouw gemaakt uit een rib van Adam.
    Niet uit zijn hoofd zodat ze over hem zou heersen. Niet uit zijn voeten opdat ze door hem vertreden zou worden, maar uit zijn zijde opdat ze hem gelijk zou zijn, onder zijn arm opdat ze beschermd zou zijn. Dichtbij zijn hart opdat ze bemind zou worden.

  7. Mooie en goede artikelen over dit lastige en gevoelige onderwerp. Onderwijs en gezag door de man betekent in de huidige inrichting van de ambten dat het ambt van predikant en ouderling voorbehouden is aan de man. Je kunt natuurlijk een discussie voeren over de huidige invulling van de ambten. Met andere woorden, welke elementen van de ambten zijn zo sterk aan gezag en onderwijs gekoppeld dat deze elementen voorbehouden blijven aan de man, terwijl dit niet hoeft te gelden voor andere elementen van de ambten.

    Overigens hebben deputaten, zij het voorzichtig, aangegeven wel enig verschil te proeven tussen plaats van de man en de vrouw in de kerk (bijvoorbeeld in ‘koppositie’ man), maar men heeft geen “institutionele consequenties” kunnen verbinden aan dit verschil, zie vraag en antwoord 2.19 van beantwoording vragen van synodeleden door deputaten:

    https://www.gkv.nl/download/16887

    Persoonlijk vind ik dat over de invulling van de ambten meer studie gedaan had moeten worden, voordat tot besluitvorming had kunnen worden overgegaan, en zeker met de uitslag van afgelopen juni.

  8. Pas vandaag ontdekte ik deze interessante en leerzame website… Verder over het onderwerp van dit artikel. “Gods openbaring bevat geen fouten of tegenstrijdigheden.” Inderdaad, als we daar niet vanuit kunnen gaan, dan staat alles op losse schroeven.

    Echter, als ik 1 Timoteüs 2:12 “ik sta haar dus niet toe dat ze zelf onderwijst of gezag over mannen heeft” en Efeziërs 5:21 “Aanvaard elkaars gezag uit eerbied voor Christus.” naast elkaar lees, dan kom ik al in de problemen. Een vrouw mag geen gezag over mannen hebben, maar man en vrouw moeten wel elkaars gezag aanvaarden. ??? Dat klinkt tegenstrijdig.

    • Dank je voor je reactie. Wat betreft de tegenstrijdigheid die jij signaleert: ik denk dat dat voor een deel te wijten is aan de NBV. ‘Elkaars gezag aanvaarden’ legt sterk de nadruk op gezag. Maar in het Grieks staat er iets anders. Het gaat om je schikken onder elkaar. In zekere zin impliceert dat gezag. Maar daar ligt niet de nadruk op. Het gaat er in dit verband vooral om dat je je eigen belangen en wensen ondergeschikt maakt aan de ander. Zelfverloochening dus. Wat dat dan voor mannen en vrouwen inhoudt wordt in het vervolg uitgelegd. Vrouwen moeten zich inderdaad schikken onder het gezag van hun man, maar voor mannen betekent het vooral dat ze hun gezag op een dienende, opofferende manier uitoefenen.

      Overigens is vers 21 een overgangsvers. Dit vers gaat niet alleen maar over mannen en vrouwen in het huwelijk. Sterker nog, het gaat helemaal niet over mannen en vrouwen ten opzichte van elkaar. Het sluit aan bij het voorgaande en gaat over de gemeente als geheel. Alle leden van de gemeente moeten zich onder elkaar schikken. En pas in vers 22 gaat Paulus het dan hebben over wat dat dan betekent voor de verhouding tussen mannen en vrouwen, ouders en kinderen en slaven en hun meesters. Je kunt vers 22 e.v. dus ook lezen als een soort correctie op vers 21. Zo van: de basis is dat alle gelovigen zich onder elkaar moeten schikken, maar dat betekent niet dat daarmee een streep gaat door de normale gezagsverhoudingen.

  9. Het historische feit dat Adam eerst is geschapen en daarna Eva wordt door Paulus in een specifieke, culturele context gebruikt. Dat is niet direct duidelijk als je alleen vers 12, 13 en 14 van 1 Timoteüs 2 leest, maar wel als je vers 8-11 en vers 15 erbij leest. Vers 8: mannen moeten met geheven handen bidden, zonder wrok of onenigheid. [blijkbaar was er wrok en oneinigheid, IDH]. Vers 9: Vrouwen moeten zich waardig, sober en ingetogen kleden en niet opvallen door hun uiterlijk. [blijkbaar was het een soort modeshow tijdens de diensten, IDH] Vers 11: Een vrouw moet zich gehoorzaam en bescheiden laten onderwijzen [ik krijg de indruk dat ze het hoogste woord voerden tijdens de diensten, IDH] Er was wrok, onenigheid, uiterlijk vertoon en vrouwen die de broek aanhadden. De verhoudingen waren totaal scheef getrokken. Daarom grijpt Paulus in en wijst vrouwen hun plaats. En dan volgt ook nog vers 15 (“Ze zal worden gered doordat ze kinderen baart.”), dat pijnlijk kan zijn voor vrouwen die geen kinderen kunnen krijgen als ze de context uit het oog verliezen.

    De scheppingsorde blijft, de culturele context verandert. Ik zou zeggen dat de scheppingsorde in iedere cultuur en tijd anders vertaald of toegepast wordt. Dit is een andere conclusie dan in het artikel staat, namelijk dat als historische feiten (in dit geval de scheppingorde) de basis vormen voor een regel, die regel nooit veranderd zal mogen worden.

    • Dat ‘blijkbaar’ vind ik helemaal niet zo vanzelfsprekend. Ik zie geen enkele reden om te veronderstellen dat hier sprake is van aanwijzingen voor een specifieke situatie. Het kán zijn dat er misstanden waren in Efeze. Maar de Heilige Geest vindt het blijkbaar niet nodig om dat hier door Paulus expliciet te laten benoemen. De specifieke situatie is dus blijkbaar niet relevant voor ons. En daarom zie ik geen reden om Paulus’ aanwijzingen hier te beperken tot de situatie toen. Vooral niet omdat Paulus wel expliciet aangeeft dat het hier om universele principes gaat. Laat je wel de specifieke situatie beslissend zijn, dan is dat speculatie.

      Wat betreft vers 15: ook hier zet de NBV je op het verkeerde been. In het Grieks is er in dit vers iets bijzonders aan de hand. Het eerste deel gaat over een vrouw (enkelvoud) en het tweede deel over vrouwen in het algemeen (meervoud). Het kinderen baren slaat daarom niet om het kinderen baren door alle vrouwen, ook nu nog. Nee, het gaat om Eva en haar zaad: Christus. Doordat uit de vrouw (enkelvoud: Eva) Christus is geboren, wordt zij gered en met haar alle andere vrouwen, als zij (meervoud) tenminste volharden in het geloof enz.

  10. Wat me verder opvalt is dat er vaak wordt gelezen/gezegd: “Een vrouw mag niet zelf onderwijzen of gezag over mannen hebben, want Adam is het eerst geschapen en daarna Eva.” Dan wordt een tussenzin vergeten, namelijk: “ze moet bescheiden zijn”. Die bescheidenheid wordt in het vers daarvoor ook al genoemd. Je kunt dus ook lezen: “Een vrouw moet bescheiden zijn, want Adam is eerst geschapen en daarna Eva.” Waarop ligt de nadruk waardoor Paulus de scheppingsorde gebruikt? Gaat het er vooral om dat de vrouw bescheiden moet zijn of gaat het er vooral om dat de vrouw niet mag onderwijzen en gezag voeren?

    • Er staat niet dat een vrouw bescheiden moet zijn. Er staat dat ze zich gehoorzaam en bescheiden moet laten onderwijzen. Of in de HSV: in stilheid en onderdanigheid. De nadruk ligt dus op het laten onderwijzen en dat staat dan tegenover zelf onderwijs geven. Kortom: de man heeft gezag en geeft dus onderwijs, de vrouw is gehoorzaam en bescheiden en láát zich dus onderwijzen.

  11. Nog even naar Efeze 5. Na vers 21 wordt uitgelegd wat het betekent dat mannen en vrouwen zich aan elkaars gezag moeten onderwerpen. Vers 22-24 kan moeilijk te verteren zijn voor sommige vrouwen. Maar wat daarna komt voor mannen! Heeft u zich daarover wel eens de ogen uitgewreven? Mannen moeten hun vrouwen op handen dragen! Ze moeten haar liefhebben als hun eigen lichaam. Haar welzijn moet voor hem op de eerste plaats staan. Als zij maar bloeit en tot haar recht komt, dan geeft hij zelfs zijn leven voor haar.

    Het gaat hier in de eerste plaats over het huwelijk. Maar dat gaat het ook in Genesis 2, waar Adam eerst wordt geschapen en daarna Eva. Die scheppingsorde wordt gebruikt om in de gemeente een verhouding tussen mannen en vrouwen aan te geven. Daarom denk ik dat je Efeze 5 ook kunt gebruiken om iets over mannen en vrouwen in de gemeente te zeggen. Beste broers in Christus: draagt u uw zussen in Christus op handen, gaat hun welzijn u aan het hart, heeft u oog voor hun pijn, en durft u uw gezag met haar te delen?

    • Ik ben mij hier heel goed van bewust. Ik doe mijn best mijn verantwoordelijkheid als man in te vullen zoals Paulus mij hier voorhoudt. Moeilijk! Maar ook heel mooi als het goed gaat.

      Wat betreft het gezag delen: dat is dus volgens mij niet de bedoeling. Dan zou ik mijn verantwoordelijkheid afschuiven, hoe graag ik dat soms ook zou willen. Gezag dragen kan soms als een zware last voelen. Maar als dat gezag op de juiste manier (dienend en opofferend) wordt uitgeoefend, is het een zegen voor de vrouw. En die zegen mag ik haar als man niet onthouden. Zulk gezag is ook een gezag waar ze zich graag onder schikt. Een gezag dat ook helemaal niet als gezag voelt. Van beide kanten niet. Want waar een man dienend leiding geeft en een vrouw zich graag schikt, hoeft niets te worden afgedwongen. Daar voelen beiden zich vrij.

  12. Gerrit, dankjewel voor je uitgebreide en vlotte eacties op mijn opmerkingen. Ik vind het erg jammer dat ik de bijbel niet zelf in de grondtekst kan lezen. Overigens ben ik geen uitgesproken voor- of tegenstander van ‘de vrouw in het ambt’ (een term die ik eigenlijk te massief vind, omdat er verschil bestaat tussen ouderling, diaken en dominee, maar goed, het is duidelijk waar we het over hebben). Ik neig voorzichtig naar de ‘ja’- kant. Tegelijk spreek ik graag advocaat van de duivel. Bij een voorstander zou ik dus andere argumenten gebruiken. Het nadeel is, als je uitgesproken voor of tegen bent, je altijd argumenten kunt vinden die jouw mening bevestigen. Maar ik begrijp heel goed dat het hier gaat om een andere manier van bijbel lezen.

  13. Er doemt voor mij wel een ander probleem op. Toen Adam en Eva werden geschapen, was dat niet alleen het begin van het huwelijk en het gezin, maar ook van de kerk en de maatschappij. Als vrouwen niet mogen onderwijzen en gezag voeren over mannen, dan zou dat toch ook voor de maatschappij gelden?

    • Ik ben inderdaad geneigd te zeggen dat ook in de maatschappij mannen het voortouw moeten nemen en vrouwen zich bescheiden moeten opstellen. Ik denk dat het goed is dat mannen en vrouwen voor de wet gelijk zijn, om onderdrukking van vrouwen te voorkomen. Maar ik denk ook dat christenen in de maatschappij het goede voorbeeld zouden moeten geven door te laten zien welke verschillende verantwoordelijkheden zij van God gekregen hebben als man en vrouw.

  14. “Maar ook mooi als het goed gaat.” (jouw reactie nav mijn opmerking over Efeziërs 5). Daar zit hem nu volgens mij juist de kneep. Al veel langer heb ik het gevoel dat er onder de discussie “vrouw in het ambt” een stuk ontevredenheid of gevoel van niet-gezien-worden zit. Als vrouwen in de gemeente door mannen net zo behandeld zouden worden als Jezus dat deed en zoals in Efeziërs 5 beschreven staat, dan zou er helemaal geen probleem zijn. Veel vrouwen die ik ken hebben het gevoel dat ze in de gemeente op de tweede plaats staan of dat ze gewoon niet gezien worden, dat ze niet tot hun recht komen met de gaven die ze hebben. Je zal als vrouw maar de gave van onderwijs hebben en die niet mogen gebruiken! Ik zal niet zeggen: “Ik kan me niet voorstellen dat God mij die gave heeft gegeven en ik er dan niks mee mag doen,” zoals ik een keer van een vrouw hoorde. Dan wil je God inpassen in jouw voorstellingsvermogen. Maar hóe kan de kerk dan toch ruimte geven aan die vrouwen zodat ze in de gemeente kunnen bloeien met de gaven die zíj hebben gekregen? Wat mij betreft (en ik denk niet onbijbels) mag een vrouw best preken zolang de eindverantwoordelijkheid maar bij de mannen ligt.

    • Gaven kun je op allerlei manieren inzetten. Onderwijs geven kan bijvoorbeeld ook op allerlei manieren en in allerlei verbanden. Vrouwen kunnen bijvoorbeeld heel goed onderwijs geven aan kinderen of aan andere vrouwen. Daarmee wil ik niet zeggen dat vrouwen op geen enkele manier onderwijs mogen geven aan mannen. Ik wil alleen maar zeggen dat het onzin is om te beweren dat vrouwen met hun onderwijsgave ‘niks’ kunnen doen zolang ze geen ambtelijk onderwijs mogen geven aan heel de gemeente. Natuurlijk heeft de kerk de plicht om zoveel mogelijk gebruik te maken van de gaven van vrouwen. Maar volgens mij zijn daar in de afgelopen honderd jaar al heel grote stappen in gezet. Dan is het wel gek dat vrouwen zich vroeger meestal tevreden schikten in hun rol, terwijl ze nu juist klagen dat ze zoveel niet mogen en kunnen. Dan vraag ik mij werkelijk af: draait het bij hen om God en zijn eer en zijn wil, of draait het eigenlijk toch meer om zelfontplooiing, om de mens en zijn (haar) gaven? Daarmee wil ik niet alleen verwijtend kijken naar vrouwen. Ik bedoel dat we blijkbaar in een tijd leven waarin dit soort overwegingen sterker leven dan vroeger en dat geldt dan evengoed voor mannen. Ook zij ontplooien liever hun gaven dan dat ze hun verantwoordelijkheid nemen en een roeping volgen die misschien niet zo goed bij hun gaven past.

      Wat betreft preken: preken is onderwijzen met gezag. Het is bediening van de verzoening. En juist die taak heeft God aan mannen gegeven. Als je zegt dat vrouwen mogen preken onder eindverantwoordelijkheid van mannen, dan misken je volgens mij wat preken is. Je kunt volgens mij niet meer in strijd raken met wat Paulus zegt in 1 Timotheüs 2 dan door vrouwen te laten preken.

  15. Grappig, ik lees na 3 maanden mijn eigen reacties weer terug. Intussen heb ik weer veel meer in de Bijbel, m.n. het NT gelezen en ook allerlei artikelen op internet geraadpleegd. Mijn conclusie: man en vrouw zijn gelijkwaardig en hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in huwelijk, kerk en gezin. Voor de man is die verantwoordelijkheid of roeping: gezag dragen. Voor de vrouw is verantwoordelijkheid of roeping: hulp-zijn. De rangorde tussen man en vrouw sluit gelijkwaardigheid niet uit. Gezag dragen is niet meer waard dan hulp-zijn (en omgekeerd!). Zie bijv. Galaten 3:28, Kolossenzen 3:11, 1 Korintiërs 12 en Romeinen 12. Dat gezaghebbend onderwijs geven alleen voorbehouden is aan mannen, wil dus niet zeggen dat die taak meer waard is. Het dient juist ter bescherming van vrouwen.

  16. In dit verband is het leuk/goed om op te merken dat – hoeveel verschillen er ook zijn in man/vrouw-verhoudingen tussen verschillende tijden culturen – er één universeel verschil is, dat je zelfs in het dierenrijk kunt terugvinden: mannen zijn gericht op bescherming en vechten, vrouwen zijn gericht op koesteren en verzorgen. Dit is geen toevoeging aan de Bijbel, het is wel in overeenkomst met de Bijbel. Vergelijk Deuteronomium 31:8: “De HEER zelf gaat voor je uit.” (een typisch mannelijke eigenschap) met Lukas 13:34: “Zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels hoedt.” (een typisch vrouwelijke eigenschap).

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in