15.10 – Christus als de Zoon van God
'De Schrift leert ons dat Christus eigenlijk niet Zoon van God heet omdat Hij de gezalfde Koning van Israël, de Messias is, maar juist omgekeerd, dat Hij door God tot Koning is aangesteld omdat Hij in een geheel unieke zin zijn Zoon was.'
15.9 – Jezus als de Mensenzoon
'Macht en liefde, gerechtigheid en genade, hoogheid en nederigheid, God en mens zijn in Jezus verenigd.'
15.8 – Jezus getuigde zelf dat Hij de Messias was
'Als jongen in de tempel wist Jezus al dat Hij moest zijn in de dingen van zijn Vader.'
15.7 – Dat Jezus de Christus is, is geen later verzinsel
'Van een strijd over de persoon van Christus is in de eerste tijd in de gemeenten, tussen de apostelen en hun medearbeiders, hoegenaamd niets bekend.'
15.6 – De Messias in het Oude en het Nieuwe Testament
'De belijdenis dat Jezus de Christus, de aan Israël beloofde Messias is, vormt het hart van de christelijke religie en onderscheidt haar van alle andere godsdiensten.'
15.5 – De naam Gezalfde of Messias
'Hoewel gezalfde eerst dus een algemene betekenis had en allerlei personen kon aanduiden, is het langzamerhand een eigennaam geworden en alleen op de toekomstige koning uit Davids huis toegepast.'
15.4 – De messiaanse verwachtingen van Israël
'Juist omdat het een genadeverbond is, kan de ontrouw van het volk de trouw van God niet tenietdoen.'
15:3 – De verhouding tussen Christus en Israël
'De gelovigen van het Oude Testament
zijn op geen andere manier zalig
geworden dan wij en wij worden langs
geen andere weg zalig dan zij.'
15.2 – Christus is de eeuwige Zoon van God
'Christus is net als de Vader, de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.'
15.1 – Het unieke van Christus als Middelaar
'Christus is het christendom zelf. Hij staat er niet buiten maar ermiddenin. Zonder zijn naam, persoon en werk is er geen christendom meer.'
