4.8.7 – Christus als het vleesgeworden Woord
'Nu Christus gesproken heeft, heeft Hij voor anderen niets meer overgelaten om te spreken.'
4.8.9 – De apostelen en hun opvolgers
'De apostelen waren betrouwbare en gezaghebbende secretarissen van de Heilige Geest. Daarom moeten we hun geschriften beschouwen als uitspraken van God. Hun opvolgers hebben echter geen andere taak dan onderwijzen wat in de Heilige Schrift geopenbaard en vastgelegd is.'
4.8.12 – De kerk als geheel is niet onfeilbaar
'Het is waar dat de kerk door Christus geheiligd is. Maar we zien hier van die heiliging alleen nog maar het begin. Het einde en de volledige vervulling komt pas als de heilige der heiligen, Christus, haar daadwerkelijk en volledig met zijn heiligheid vol zal maken.'
4.8.14 – Er valt niets toe te voegen aan de Schrift
'Zelfs een kind weet dat je in de geschriften van de apostelen de vrucht vindt van de openbaring die de Heer hun beloofde.'
4.8.3 – Het gezag van de profeten
'De boodschap van de Heer overbrengen, wat is dat anders dan zo spreken dat je je er vrijmoedig op durft laten voorstaan dat je niet je eigen woord, maar het Woord van de Heer brengt?'
4.8.10 – De roomse kerk claimt onbeperkt gezag
'Tussen de macht van de kerk en de macht waarmee de geestelijke bisschoppen noemen die zich aan Gods volk hebben opgedrongen, bestaan niet meer overeenkomsten dan tussen Christus en Belial.'
