4.6.7 – De verhouding tussen Petrus en de andere apostelen
'Ga alles langs wat er in de Schrift staat over de macht die Petrus had tussen de apostelen. Dan zul je niets anders vinden dan dat hij één van de twaalf was, gelijk aan de anderen, hun collega en niet hun meester.'
4.6.8 – Geen mens kan regeren over de hele wereld
'Er is geen senaat zonder consul, geen rechtbank zonder president, geen college zonder voorzitter, geen gezelschap zonder leider. Maar wat voor weinigen geldt, moet niet meteen toegepast worden op de hele wereld. Niemand is in staat de hele wereld te regeren.'
4.6.1 – Onderwerping aan de paus als voorwaarde voor eenheid
'Als de roomsen de kerk van ons willen afpakken en zichzelf willen toe-eigenen, is dit hun belangrijkste argument: ze beweren dat zij nog steeds het hoofd hebben waar de de eenheid van de kerk van afhankelijk is en zonder welke de kerk onvermijdelijk scheurt en uiteenvalt.'
4.6.4 – De sleutels waren voor alle apostelen samen
'De roomsen zeggen dat Christus, toen Hij Petrus de sleutels beloofde, hem heeft aangesteld als hoofd van heel de kerk. Maar wat Christus toen aan Petrus alleen beloofde, geeft Hij ergens anders aan alle anderen samen. Hoe staat Petrus dan nog boven zijn collega's?'
4.6.16 – De redenen waarom de kerk van Rome in de oude kerk gezag had
'Mensen in het westen zijn niet alleen minder scherpzinnig en minder snel van begrip dat Aziaten en Afrikanen. Ze verlangen ook minder naar nieuwe dingen. Het heeft de kerk van Rome dus heel veel gezag opgeleverd dat zij meer dan alle andere kerken de eenmaal overgeleverde leer heeft vastgehouden.'
4.6.6 – Christus is het enige fundament
'Petrus had namens zichzelf en zijn broeders beleden dat Christus Gods Zoon is. Op deze petra bouwt Christus zijn kerk. Want dat is het enige fundament, zoals Paulus zegt.'
4.6.9 – Alleen Christus is het hoofd van de kerk
'De kerk heeft Christus als haar enige hoofd. De roomsen doen Christus dus heel groot onrecht als ze willen dat één mens aan het hoofd staat van heel de kerk, onder het voorwendsel dat de kerk niet zonder hoofd kan.'
