4.17.41 – Uit onszelf zijn we het nooit waard
'Hoe komen we aan de zekerheid wie wie gedaan heeft wat hij kon, voor God genoeg gedaan heeft? En zelfs al was dat zo, wanneer zou iemand zichzelf durven beloven dat hij gedaan heeft wat hij kon?'
4.17.42 – We moeten God onze onwaardigheid aanbieden
'We moeten bedenken dat het heilig avondmaal voor zieken een geneesmiddel, voor zondaren troost en voor armen een groot geschenk is. Maar gezonden, rechtvaardigen en rijken - als die al te vinden zouden zijn - zou het niets zinnigs opleveren.'
4.17.43 – Hoe het avondmaal gevierd moet worden
'Het avondmaal zou het meest gepast bediend kunnen worden als heet heel vaak en minstens eenmaal per week aan de kerk gepresenteerd wordt.'
4.17.44 – Vaak avondmaal vieren
'Het avondmaal is bedoeld om vaak gebruikt te worden door alle christenen.'
4.17.45 – Augustinus en Chrysostomos over vaak avondmaal vieren
'De gewoonte om vaak het avondmaal te gebruiken was overgeleverd door de apostelen en de kerkvaders zagen dat die voor de gelovigen heel gezond was. Maar door algemene nalatigheid begon die langzamerhand in onbruik te raken.'
4.17.46 – Eén maal per jaar avondmaal vieren is te weinig
'De gewoonte die beveelt dat we één keer per jaar deelnemen aan het avondmaal, is natuurlijk echt een uitvinding van de duivel.'
4.17.47 – Zowel brood als wijn voor alle gelovigen
'De Heer zette de beker apart van het brood, om te leren dat Hij evengoed voldoende is om te drinken als om te eten. Halen we één deel weg, dan vinden we in Hem nog maar de helft van het voedsel.'
4.17.48 – Wijn is niet alleen voor de priesters
'Weliswaar gaf Christus het avondmaal aan twaalf personen. Maar Hij gebood hun wel dat zij ook zo moesten doen: dat ze het onder elkaar moesten uitdelen.'
4.17.49 – De kerkvaders over zowel brood als wijn
'De gewoonte dat het volk zowel brood als wijn kreeg, sleet pas uit toen er geen druppel gaafheid meer in de kerk over was.'
4.17.50 – Christus en Paulus laten iedereen delen in zowel brood als wijn
'Waarom zei Christus over het brood simpelweg dat ze het moesten eten, maar over de beker dat ze daar allemaal uit moesten drinken? Alsof Hij bij voorbaat de listen van Satan wilde bestrijden.'
