3.4.26 – Gratis vergeving is niet eenmalig
'Christus brengt ons door zijn tussenkomst steeds opnieuw terug in Gods genade. Zo worden onze zonden voor eeuwig verzoend.'
3.4.17 – Als je al je zonden moet opnoemen, wordt je wanhopig
'Ieder weet uit ervaring dat je herinnering al tekortschiet als je 's avonds de zonden moet onderzoeken van één dag. Zo'n menigte van allerlei zonden kom je dan tegen!'
3.4.20 – De sleutelmacht kan niet zonder de Heilige Geest
'De sleutelmacht komt niemand toe die niet eerst de Heilige Geest gekregen heeft. Niemand kan de sleutels gebruiken als de Heilige Geest niet voorop gaat en leert en zegt wat hij moet doen.'
3.4.30 – Omdat Christus voor ons betaald heeft, hoeven wij niets meer te betalen
'Als wij door Christus verlost worden van onze schuld, moet dat ook een eind maken aan de straffen die uit die schuld voortvloeien.'
3.4.11 – Openbare schuldbelijdenis
'Het zou een gezonde regel zijn als het christenvolk de gewoonte zou hebben om officieel schuld te belijden en zo getraind werd om zich te vernederen.'
3.4.1 – Berouw volgens de sofisten
'Uit de vragen die de sofisten stellen en behandelen over berouw en waarin ze zich jammerlijke verstrikken, kun je gemakkelijk opmaken dat ze kletsen over dingen die ze niet kennen.'
3.4.12 – Persoonlijke schuldbelijdenis helpt om troost te vinden
'We mogen vrij kiezen wie we van alle mensen in de kerk het meest geschikt vinden om onze zonden aan te belijden. Maar de herders horen toch het meest geschikt te zijn, dus kunnen we hen het beste uitkiezen.'
3.4.10 – Als je je zonden belijdt aan God, wil je dat ook doen aan de mensen
'Op de verborgen schuldbelijdenis aan God volgt een vrijwillige schuldbelijdenis aan de mensen, steeds als dat nodig is om God te eren of onszelf te vernederen.'
3.4.32 – In het oordeel zie je Gods toorn, in een tuchtiging zie je zijn liefde
'Altijd als God straft om te wreken, zie je zijn vloek en woede, die Hij weghoudt van de gelovigen. Tucht is echter een zegen en een bewijs van liefde.'
3.4.39 – De leer van de kerkvaders wordt verdraaid en vervalst
'De kerkvaders noemden genoegdoening vooral een openlijke verklaring en geen betaling aan God. En er werd ook niet gezegd dat zondaars genoegdoening gaven aan God, maar aan de kerk.'
