3.4.29 – Vergeving impliceert kwijtschelding van de straf
'Als God zegt dat Hij niet zal denken aan de rechtvaardige daden van een goddeloze, dan betekent dat in elk geval dat Hij er geen rekening mee zal houden en ze niet zal belonen. En dat Hij niet aan de zonden denkt, betekent dus ook dat Hij er geen straf voor eist.'
3.4.3 – Berouw is geen reden voor vergeving
'Het maakt een groot verschil of je leert dat je vergeving van je zonden verdient doordat je hart volledig en volmaakt gebroken is of dat je leert dat je honger en dorst moet hebben naar Gods barmhartigheid.'
3.4.15 – De roomse leer over de sleutelmacht
'De roomsen zeggen dat de zonde niet vergeven wordt zolang je niet van plan bent om te gaan biechten. En dat je geen toegang hebt tot het paradijs als je dat plan niet uitvoert, ook al ben je daarvoor wel in de gelegenheid.'
3.4.28 – Alle zonden zijn dodelijk en genoegdoening is onmogelijk
'De zonden van gelovigen zijn vergeeflijk, niet omdat zij niet de dood verdienen, maar omdat er door Gods barmhartigheid geen veroordeling meer is voor wie in Christus Jezus zijn.'
3.4.18 – De biecht is schadelijk
'Een dienaar van het Woord kan alleen voorwaardelijk vrijspreken. Maar de zondaren zelf hoeven er niet aan te twijfelen of de vergeving die hun beloofd wordt ook in de hemel zal gelden.'
3.4.22 – Gods Woord biedt zekerheid
'Wie als heraut verkondigt wat hem gezegd wordt op basis van Gods Woord, kan niet missen.'
3.4.5 – De biecht en het losmaken van Lazarus na zijn opwekking
'Er is echt niets dat ons meer moet aanzetten tot vergevingsgezindheid dan het voorbeeld van God als rechter die dreigt dat Hij onverzoenlijk zal zijn tegenover degenen die te hard en inhumaan zijn.'
3.4.14 – De sleutelmacht van de kerk
'De kracht van de bediening van de sleutels ligt volledig hierin: de genade van het evangelie wordt in het openbaar en privé ingeprent in het hart van de gelovigen. En dat kan alleen maar door middel van de prediking.'
3.4.4 – De biecht en de taak van de priesters om melaatsheid te onderzoeken
'Wie heeft ooit gehoord dat de Levitische priesters als taak hadden om de biecht af te nemen?'
3.4.32 – In het oordeel zie je Gods toorn, in een tuchtiging zie je zijn liefde
'Altijd als God straft om te wreken, zie je zijn vloek en woede, die Hij weghoudt van de gelovigen. Tucht is echter een zegen en een bewijs van liefde.'
