3.4.7 – Het ontstaan van de biecht als plicht
'Wat al die leuterende huurlingen van de paus ook kletsen, we weten dat Christus niet de auteur van de wet is die de mensen dwingt hun zonden op te sommen.'
3.4.19 – De biecht heeft geen enkel nut
'We zijn werkelijk enorm opgeschoten als we uit schaamte voor één mens ophouden met zondigen, maar ons er niet voor schamen dat God getuige is van ons kwade geweten!'
3.4.3 – Berouw is geen reden voor vergeving
'Het maakt een groot verschil of je leert dat je vergeving van je zonden verdient doordat je hart volledig en volmaakt gebroken is of dat je leert dat je honger en dorst moet hebben naar Gods barmhartigheid.'
3.4.27 – Wie zelf genoegdoening wil doen, doet Christus tekort en vindt nooit rust
'Je wordt overstelpt door zoveel zonden dat zelfs honderd levens nog niet genoeg zouden zijn om daarvoor genoegdoening te geven, zelfs al zou je die levens daar volledig aan wijden.'
3.4.39 – De leer van de kerkvaders wordt verdraaid en vervalst
'De kerkvaders noemden genoegdoening vooral een openlijke verklaring en geen betaling aan God. En er werd ook niet gezegd dat zondaars genoegdoening gaven aan God, maar aan de kerk.'
3.4.32 – In het oordeel zie je Gods toorn, in een tuchtiging zie je zijn liefde
'Altijd als God straft om te wreken, zie je zijn vloek en woede, die Hij weghoudt van de gelovigen. Tucht is echter een zegen en een bewijs van liefde.'
3.4.34 – Als je het verschil kent, hoef je de moed niet te verliezen
'Je hebt pas iets aan Gods gesel als je bedenkt dat God boos is op je zonden, maar jouzelf genadig en goedgezind is.'
3.4.37 – De gelijkenis van de schuldeiser en de twee schuldenaars
'We krijgen vergeving door geloof. Door liefde zeggen we daar dank voor en getuigen we van de goedheid van de Heer.'
3.4.17 – Als je al je zonden moet opnoemen, wordt je wanhopig
'Ieder weet uit ervaring dat je herinnering al tekortschiet als je 's avonds de zonden moet onderzoeken van één dag. Zo'n menigte van allerlei zonden kom je dan tegen!'
3.4.23 – De voorstanders van de biecht verdraaien de Schrift
'Een vergeving die gepaard gaat met straf en genoegdoening - dat is hetzelfde alsof de priester met een vetorecht God tegenhoudt en niet accepteert dat God enkel uit welwillendheid iemand in genade aanneemt, als die niet eerst door de priester gestraft is.'
