3.25.12 – Het ongeluk van de goddelozen
'De mensen die God dienen, die brengt Hij nog extra in het nauw, vooral als ze angstiger in het leven staan. Zo spoort Hij hen aan om zich, gebukt onder een kruis, te haasten, totdat Hij zelf alles is in allen.'
3.25.9 – De opstanding van de goddelozen
'De goddelozen ondergaan de opstanding om getrokken te worden voor de rechterstoel van Christus.'
3.25.3 – Christus’ opstanding als spiegel van onze opstanding
'Telkens als het over de opstanding gaat, moet ons het beeld van Christus in gedachten komen. Hij vormt voor ons een onderpand van de toekomstige opstanding.'
3.25.10 – Het toppunt van geluk
'God deelt op verschillende manieren zijn gaven uit aan de heiligen in deze wereld. Hij bestraalt hen niet allemaal op dezelfde manier. En zo zal ook in de hemel, als God zijn gaven zal bekronen, de mate van glorie niet voor iedereen gelijk zijn.'
3.25.11 – Zinloze vragen
'Er zijn maar weinigen die zich druk maken om de vraag langs welke weg je in de hemel kunt komen. Maar iedereen wil graag, voor het zover is, weten hoe het daar is.'
3.25.2 – Pas bij de opstanding bereiken we het toppunt van geluk
'Christus' geschenken leveren je alleen vrucht op als je je hart opheft naar de opstanding.'
3.25.7 – We krijgen hetzelfde lichaam terug
'Paulus spoort ons aan om de Heer te verheerlijken zowel in ons lichaam als in onze ziel. Want die zijn allebei van God. Dan is het voor hem natuurlijk onacceptabel als het lichaam zou worden prijsgegeven om voor eeuwig te vergaan.'
3.25.6 – De ziel gaat naar Christus
'De Schrift zegt dat Christus bij de zielen aanwezig is en hen opneemt in het paradijs, zodat ze getroost worden. Maar verder gaat de Schrift niet. Welke leraar of leermeester kan ons dan openbaren wat God zelf verborgen heeft?'
3.25.1 – Het belang van hopen op de opstanding
'Je bent pas echt iets opgeschoten met het evangelie als je jezelf eraan gewend hebt om continu na te denken over het geluk van de opstanding.'
3.25.5 – Begraven als teken van de opstanding en de dwaling van de chiliasten
'Heel de Schrift roept dat er geen eind zal komen aan het geluk van de uitverkorenen en evenmin aan de straf van de verworpenen.'
