3.20.30 – Kerkgebouwen
'God beveelt door zijn Woord dat de gelovigen samen bidden. Daarom moeten er ook openbare kerkgebouwen bestemd zijn voor het houden van die gebeden.'
3.20.50 – Bidden op vaste tijden
'We zijn zo slap dat we steeds moeten worden aangespoord. Daarom is het gepast dat we ieder voor zich specifieke momenten vaststellen voor training. Die momenten mogen niet zonder bidden voorbijgaan.'
3.20.3 – Bidden is niet overbodig
'Dat de Heer de zijnen heeft leren bidden, heeft Hij niet in de eerste plaats bepaald omwille van zichzelf, maar juist omwille van ons.'
3.20.36 – ‘Onze Vader’
'Als we God onze Vader noemen, dan verschuilen we ons natuurlijk achter de naam van Christus. Hij is de echte Zoon en God heeft Hem als broer aan ons gegeven.'
3.20.44 – De vierde bede
'We krijgen opdracht om alleen te bidden voor wat we nodig hebben en voor wat als het ware genoeg is voor één dag, in het vertrouwen dat als de hemelse Vader ons vandaag gevoed heeft, Hij ons ook morgen niet in de steek zal laten.'
3.20.15 – Gebeden die niet gebaseerd zijn op een bevel of belofte van God
'Niet alle gebeden die God verhoort, doen Hem ook plezier.'
3.20.12 – Zonder zekerheid geen vrijmoedigheid
'De bedoeling van bidden is dat we onze schuld belijden en bij God huilen over onze ellende, zoals kinderen in vertrouwen uithuilen bij hun ouders.'
3.20.43 – De derde bede
'Het is logisch om de derde bede zo uit te leggen: God is koning in de wereld als ieder zich aan zijn wil onderwerpt.'
3.20.6 – De tweede regel: alleen vragen wat je ook echt graag van God wilt krijgen
'Wat is voor God erger of afschuwelijker dan dat iemand vergeving vraagt voor zijn zonden, terwijl hij ondertussen denkt dat hij geen zondaar is, of in elk geval er niet aan denkt dat hij een zondaar is?'
3.20.25 – Het aanroepen van de namen van Abraham, Izak en Jacob
'Wij hebben de Heer Jezus. Wiens naam zouden we dan liever gebruiken om ons achter de verschuilen?'
