3.20.21 – Geen voorbede door gestorven heiligen
'Het zou veel te dwaas zijn - om niet te zeggen: krankzinnig - als we toegang tot God willen krijgen via de heiligen en ons laten afleiden van Christus. Ook voor hen staat er zonder Christus geen enkele toegang open.'
3.20.22 – Bidden tot heiligen is bijgeloof en heiligschennis
'Dit is nu precies wat bijgeloof inhoudt: als het de teugels eenmaal heeft weten los te rukken, komt er meestal geen eind meer aan zijn losbandigheid.'
3.20.23 – De Schrift wordt verdraaid
'Voor een aardse rechter zal niemand de functie van advocaat durven bekleden als hij daar niet toe is toegelaten. Hoe durven wormen het dan te wagen zo brutaal te zijn dat ze God advocaten opdringen van wie we niet lezen dat deze taak hun is opgedragen?'
3.20.24 – Geen contact tussen levenden en doden
'De Heer heeft een eind gemaakt aan het verblijf bij ons van de doden. Hij staat niet toe dat wij nog met hen omgaan en zelfs niet dat zij nog met ons omgaan, voor zover we kunnen raden.'
3.20.25 – Het aanroepen van de namen van Abraham, Izak en Jacob
'Wij hebben de Heer Jezus. Wiens naam zouden we dan liever gebruiken om ons achter de verschuilen?'
3.20.26 – Gebeden van heiligen zijn niet beter dan die van ons
'Een vroom en zuiver gebed heeft altijd kracht.'
3.20.27 – Samenvatting
'Bidden zoals het hoort, vindt zijn oorsprong in geloof en geloof komt voort uit het luisteren naar Gods Woord.'
3.20.28 – Bidden en danken
'We moeten alles verwachten van God en voor alles Hem de lof geven. Want Hij geeft ons continu reden om te loven en te bidden.'
3.20.29 – Bidden in het openbaar
'Ieder die weigert om te bidden in de heilige vergadering van de vromen, weet niet wat het is om voor zichzelf te bidden. En aan de andere kant, wie het alleen en persoonlijk bidden verwaarloost, doet in de openbare bijeenkomsten alleen zinloze gebeden.'
3.20.30 – Kerkgebouwen
'God beveelt door zijn Woord dat de gelovigen samen bidden. Daarom moeten er ook openbare kerkgebouwen bestemd zijn voor het houden van die gebeden.'
