3.11.11 – Osianders dwaling ondermijnt het vertrouwen op Gods genade
'Een gedeeltelijke rechtvaardigheid zou het geweten geen rust geven. Rust krijgen we pas als vaststaat dat God blij met ons is omdat we in zijn ogen volkomen rechtvaardig zijn.'
3.11.12 – Osianders bezwaren weerlegt
'Als de engelen zin hadden om God genoegdoening te geven, zouden ze daar niets mee bereiken. Want zij zijn daar niet voor bestemd. Alleen de mens Christus was daarvoor bestemd. Hij is onderworpen aan de wet om ons van de vloek van de wet te verlossen.'
3.11.23 – Christus’ rechtvaardigheid is onze rechtvaardigheid
'Wij worden alleen als rechtvaardig beschouwd omdat Christus' gehoorzaamheid ons toegekend is, alsof het onze eigen rechtvaardigheid is.'
3.11.4 – De rechtvaardiging is gratis vergeving van zonden
'We worden in Christus en buiten ons als rechtvaardig beschouwd voor God.'
3.11.15 – Dat Gods Geest ons aanzet tot goede daden is geen rechtvaardiging uit genade
'De pausgezinden vergissen zich in twee opzichten. Geloof noemen ze een vast vertrouwen dat ze van God het loon krijgen dat ze verdiend hebben. En Gods genade vatten ze niet op als het toekennen van een gratis rechtvaardigheid, maar als de Geest die hen helpt om te streven naar heiligheid.'
3.11.16 – Er is in onszelf niets waarom we gerechtvaardigd zouden kunnen worden
'God ziet in de mens alleen maar ellende, want Hij ziet dat de mens volledig zonder goede daden is. Maar Hij vindt alleen bij zichzelf een reden om de mens goed te doen.'
3.11.6 – Osiander vermengt rechtvaardiging en heiliging
'Zoals Christus niet in stukken gescheurd kan worden, zo kunnen ook deze twee dingen niet van elkaar gescheiden worden: rechtvaardigheid en heiliging. Gerechtvaardigd worden is iets anders dan nieuwe schepselen worden.'
3.11.7 – Geloof rechtvaardigt niet, maar is het middel waardoor God ons rechtvaardigt
'Geloof heeft van zichzelf geen waarde, maar het rechtvaardigt ons omdat het ons Christus oplevert, net zoals een pot vol geld een mens rijk maakt. Volgens mij is geloof dus alleen maar het instrument om de rechtvaardigheid te krijgen.'
3.11.8 – Christus is onze rechtvaardigheid volgens zijn menselijke natuur
'Christus is rechtvaardigheid geworden toen Hij het uiterlijk van een slaaf aannam. En Hij rechtvaardigt ons voor zover Hij gehoorzaamheid bewezen heeft aan de Vader. Daarom doet Hij dit niet voor ons volgens zijn goddelijke natuur, maar door middel van de bediening die Hem is opgedragen.'
3.11.10 – Onze eenheid met Christus is geestelijk, niet wezenlijk
'We zien Christus niet van een afstand, buiten ons, zodat zijn rechtvaardigheid ons alleen maar toegekend wordt. Nee, we zijn in zijn lichaam ingelijfd, Hij maakt ons één met Hem. Daarom beroemen we ons erop dat wij met Hem delen in rechtvaardigheid.'
