3.11.8 – Christus is onze rechtvaardigheid volgens zijn menselijke natuur
'Christus is rechtvaardigheid geworden toen Hij het uiterlijk van een slaaf aannam. En Hij rechtvaardigt ons voor zover Hij gehoorzaamheid bewezen heeft aan de Vader. Daarom doet Hij dit niet voor ons volgens zijn goddelijke natuur, maar door middel van de bediening die Hem is opgedragen.'
3.11.21 – Rechtvaardiging, verzoening en vergeving van zonden
'God kan niet iemand in genade aannemen of één met zich maken als Hij hem niet eerst van een zondaar in een rechtvaardige verandert. Zo'n rechtvaardigheid kunnen we met één woord noemen: vergeving van zonden.'
3.11.23 – Christus’ rechtvaardigheid is onze rechtvaardigheid
'Wij worden alleen als rechtvaardig beschouwd omdat Christus' gehoorzaamheid ons toegekend is, alsof het onze eigen rechtvaardigheid is.'
3.11.16 – Er is in onszelf niets waarom we gerechtvaardigd zouden kunnen worden
'God ziet in de mens alleen maar ellende, want Hij ziet dat de mens volledig zonder goede daden is. Maar Hij vindt alleen bij zichzelf een reden om de mens goed te doen.'
3.11.4 – De rechtvaardiging is gratis vergeving van zonden
'We worden in Christus en buiten ons als rechtvaardig beschouwd voor God.'
3.11.22 – Rechtvaardiging, verzoening en vergeving komen op hetzelfde neer
'Rechtvaardigheid en verzoening noemt Paulus zonder onderscheid te maken, om ons te laten begrijpen dat ze beiden op hetzelfde neerkomen. En hij leert op welke manier we deze rechtvaardigheid krijgen: doordat onze zonden ons niet aangerekend worden.'
3.11.10 – Onze eenheid met Christus is geestelijk, niet wezenlijk
'We zien Christus niet van een afstand, buiten ons, zodat zijn rechtvaardigheid ons alleen maar toegekend wordt. Nee, we zijn in zijn lichaam ingelijfd, Hij maakt ons één met Hem. Daarom beroemen we ons erop dat wij met Hem delen in rechtvaardigheid.'
3.11.14 – Ook daden als vruchten van de nieuwe geboorte kunnen niet rechtvaardigen
'Paulus leert dat dit rechtvaardigheid van de wet is: je krijgt de redding als je gedaan hebt wat de wet beveelt. Maar rechtvaardigheid van geloof is dit: je krijgt de redding als je gelooft dat Christus gestorven en opgestaan is.'
3.11.5 – De dwaling van Osiander: wezenlijke rechtvaardigheid
'Osiander zegt dat we één zijn met Christus. Dat erken ik. Maar ondertussen ontken ik dat Christus' wezen met ons wezen vermengd wordt.'
3.11.9 – Christus is onze rechtvaardigheid geworden door zijn werk als middelaar
'Christus is net een bron die voor ons is geopend. Uit die bron mag ieder putten zoveel hij nodig heeft. En via die bron borrelen de hemelse zegeningen naar ons op.'
