Home Boek 2 – God als verlosser in Christus 2.3 – Het bederf van de menselijke natuur

2.3 – Het bederf van de menselijke natuur

Uit de bedorven aard van de mens komen alleen maar dingen voort die te veroordelen zijn

2.3.8 – Volgens de Schrift is God de bron van al het goede in ons

0
'Een mens heeft nooit van zichzelf een goede wil. Een goede wil komt voort uit hetzelfde welbehagen waardoor wij vóór de schepping van de wereld uitverkoren zijn.'

2.3.6 – Onze vernieuwing is van begin tot eind Gods werk

0
'Hoe kun je zeggen dat de menselijke wil geholpen en versterkt wordt in zijn zwakheid, zodat hij effectief kan proberen het goede te kiezen? De wil moet compleet veranderd en vernieuwd worden!'

2.3.13 – Volgens Augustinus is het willen een genadegave van God

0
'De Heer biedt genade niet alleen maar aan, zodat ieder zelf vrij kan kiezen om de genade aan te nemen of af te wijzen. Nee, de Heer bewerkt zelf de keus en de wil in het hart. Elke goede daad die daarop volgt, is daar het resultaat en het effect van.'

2.3.9 – We kunnen niets goeds doen, behalve uit genade

0
'Het komt van de Heer dat een mens met zijn wil graag het goede nastreeft. En vervolgens komt het ook van Hem dat hij daadwerkelijk aan het werk gaat. En ten slotte komt het van Hem dat een mens standvastig blijft doorgaan en tot het eind toe volhoudt.'

2.3.1 – De mens is met lichaam en ziel van nature slecht

0
'Alles wat in de mens niet geestelijk is, wordt vleselijk genoemd. Maar we hebben niets geestelijks, behalve als we opnieuw geboren zijn. Dus alles wat we van nature hebben, is vlees.'

2.3.3 – Gods genade houdt de slechtheid van de mensen in toom

0
'Te midden van het bederf van onze natuur is nog steeds ruimte voor Gods genade. Die genade reinigt niet van het bederf, maar houdt dat bederf wel in bedwang.'

2.3.14 – Volgens Augustinus is ook het volhouden een genadegave van God

0
'Zonder genade kan de wil zich niet tot God bekeren en evenmin kan hij zonder genade in God overeind blijven. Maar door genade kan hij alles wat hij kan.'

2.3.12 – Al het goede dat Paulus doet, doet de genade in hem

0
'De apostel Paulus schrijft niet dat Gods genade met hem meegewerkt heeft en zo aan het werk heeft deelgenomen. Hij heeft juist alle eer voor het werk alleen aan de genade door deze correctie: "Niet ik," zegt hij, "heb het werk gedaan, maar Gods genade die met mij was."'

2.3.2 – De argumentatie van Paulus

0
'Als de ziektekiem zich al in een lichaam bevindt en zich daar nestelt, dan kun je niet zeggen dat dat lichaam gezond is. Ook al brandt de pijn nog niet. Zo kun je ook de ziel niet gezond noemen als zij krioelt van zonde-ziekten.'

2.3.7 – Elke goede daad van een bekeerde wil is Gods werk

0
'Augustinus zegt dat de Heer voorop gaat bij wie niet wil, zodat hij wel wil. En dat de Hem die wel wil volgt, zodat zijn willen nooit tevergeefs is. Daarmee maakt Augustinus duidelijk dat een goede daad volledig Gods werk is.'

Als je deze website bezoekt, worden er cookies op je apparaat geplaatst. Cookies die nodig zijn om deze site goed te laten werken of om anonieme statistieken bij te houden, worden altijd geplaatst. Maar voor cookies die gebruikt worden om jouw surfgedrag te registreren, moet je eerst toestemming geven. Meer informatie.

FunctionalOur website uses functional cookies. These cookies are necessary to let our website work.

AnalyticalOur website uses analytical cookies to make it possible to analyze our website and optimize for the purpose of a.o. the usability.

Social mediaOur website places social media cookies to show you 3rd party content like YouTube and FaceBook. These cookies may track your personal data.

AdvertisingOur website places advertising cookies to show you 3rd party advertisements based on your interests. These cookies may track your personal data.

OtherOur website places 3rd party cookies from other 3rd party services which aren't Analytical, Social media or Advertising.