2.2.1 – Twee klippen die omzeild moeten worden
We hebben nu gezien dat de zonde de eerste mens tot haar slaaf gemaakt heeft en sindsdien niet alleen het menselijk geslacht als geheel...
2.2.2 – Volgens de filosofen volgt de wil het verstand of de zinnen
Ik heb kort hiervóór gezegd dat de vermogens van de ziel in het verstand en in het hart liggen. Daarom moeten we nu nagaan...
2.2.3 – Volgens de filosofen is de wil vrij om te kiezen
Weliswaar ontkennen de filosofen soms niet dat het voor de mens heel moeilijk is het verstand in zich te laten regeren. Ongetwijfeld heeft hun...
2.2.4 – De vrije wil volgens de kerkvaders
Onder de kerkelijke schrijvers was er niemand die niet erkende dat als het gevolg van de zonde het verstand in de mens zwaar gewond...
2.2.5 – Drie soorten wil en drie soorten vrijheid
Over het algemeen is het hun gewoonte om onder het vrije plannen maken van de mens de dingen te plaatsen die er niet toe...
2.2.6 – Werkende en meewerkende genade
Als we dit accepteren, staat het buiten kijf dat de vrije wil van de mens niet in staat is om goede daden te verrichten...
2.2.7 – De term ‘vrije wil’ leidt tot misverstanden en dwalingen
Op die manier zeg je dus niet dat de mens een vrije wil heeft omdat hij even vrij kan kiezen voor het goede als...
2.2.8 – Volgens Augustinus is onze wil niet vrij
Als we waarde hechten aan het gezag van de kerkvaders – zij nemen de term ‘vrije wil’ voortdurend in de mond. Maar tegelijk maken...
2.2.9 – Volgens de kerkvaders moeten we niet op onszelf vertrouwen
Het lijkt misschien dat ik een vooroordeel tegen mezelf opgeroepen heb doordat ik heb toegegeven dat alle kerkelijke schrijvers, op Augustinus na, zo dubbelzinnig...
2.2.10 – We moeten niet op onszelf vertrouwen, maar alleen op God
Ik ben echter gedwongen om hier eerst te herhalen wat ik aan het begin van dit hoofdstuk heb gezegd: hoe neerslachtiger en verslagener we...