1.14.22 – Uit de schepping blijkt dat God voor ons zorgt
'De Heer heeft zelf, door de volgorde van zijn scheppingswerk, duidelijk gemaakt dat Hij alles geschapen heeft met het oog op de mens. Wat zou het dan ondankbaar zijn om eraan te twijfelen of deze o zo goede Vader wel voor ons zorgt!'
1.15.7 – De ziel bestaat uit het verstand en de wil
'De menselijke ziel bestaat uit twee delen: het verstand en de wil. De taak van het verstand is om onderscheid te maken tussen wat goed- en afgekeurd lijkt te moeten worden. De taak van de wil is om te kiezen voor wat volgens het verstand goed is en dat na te streven.'
1.18.2 – God werkt in het hart van uitverkorenen en verworpenen
'Gods voorzienigheid laat zich niet alleen gelden in de uitverkorenen, die door de Heilige Geest geleid worden. Ook de verworpenen worden door Gods voorzienigheid tot gehoorzaamheid gedwongen.'
1.15.5 – De ziel is geen stukje van Gods wezen
'Ook al staat in de ziel het beeld van God gegraveerd, toch moet voor ons vaststaan dat de zielen geschapen zijn. En scheppen is niet iets overgieten, alsof je wijn uit een vat overgiet in een fles. Het is iets laten beginnen uit niets.'
1.6.4 – Gods wet bezongen in de Psalmen
'De menselijke geest kan in zijn zwakheid God op geen enkele manier bereiken, als hij niet door zijn heilig Woord geholpen wordt.'
1.14.4 – We hoeven over engelen niet meer te weten dan de Schrift vertelt
'De Heer heeft ons willen leren hoe we echt vroom kunnen zijn, hoe we zijn naam moeten vrezen, hoe we vast op Hem kunnen vertrouwen en hoe we Hem kunnen dienen met een heilig leven. Laten we er dus mee tevreden zijn die dingen te leren kennen.'
1.13.1 – God is oneindig en geestelijk
'Dat God oneindig is, moet ons ongetwijfeld afschrikken, zodat we niet proberen Hem te beperken tot wat ons kunnen voorstellen. En dat God geestelijk is, verbiedt ons om aards of vleselijk over Hem te denken.'
1.13.18 – Het onderscheid tussen de drie personen
'De Vader wordt het begin toegeschreven van alles wat God doet. De Zoon heeft de wijsheid, het plannen maken en het beheer. Maar de Geest de kracht en de uitvoering.'
1.13.24 – De naam God heeft ook betrekking op de Zoon
'Paulus verzekert dat alleen God onvergankelijk, wijs en betrouwbaar is. Daarom vraag ik of Christus door die woorden soms gerekend wordt onder de stervelingen, dwazen en leugenaars.'
1.4.3 – Bijgeloof is afgoderij
'Mensen die zelf erediensten voor God bedenken, eren en aanbidden de voortbrengselen van hun eigen dwaasheid. Want ze zouden nooit zo met God durven aanrommelen als ze zich niet eerst zelf een God gefabriceerd hadden.'
