1.13.13 – Christus is God omdat Hij de macht heeft om ons te redden
'Buiten God is er geen redding, geen rechtvaardiging, geen leven. Maar Christus heeft al die dingen in zich. Dat bewijst onomstotelijk dat hij God is.'
1.13.3 – Voor de uitleg van de Schrift zijn soms vreemde woorden nodig
'Wat is erop tegen om dingen uit de Schrift die voor ons ingewikkeld en lastig te begrijpen zijn, uit te leggen met behulp van woorden die duidelijker zijn?'
1.13.5 – Het gaat niet om de woorden, maar om wat ze willen zeggen
'Ik heb al heel vaak ervaren dat mensen die zo koppig blijven ruzieën over de woorden, stiekem vasthouden aan een levensgevaarlijke leer. Daarom kunnen we hen beter provoceren dan dat we onduidelijk gaan spreken om het hun maar naar de zin te maken.'
1.13.17 – God bestaat uit drie onderscheiden personen
'We moeten niet proberen om ons de drie-eenheid van personen zo voor te stellen dat die personen in onze gedachten van elkaar losgemaakt worden. We moeten meteen weer tot de eenheid teruggebracht worden.'
1.13.8 – Het Woord van God is eeuwig
'Je kunt onmogelijk accepteren dat iemand beweert dat het Woord een begin zou hebben als het altijd bij God geweest is en later de wereld gemaakt heeft.'
1.13.19 – De onderlinge verhouding tussen de drie personen
'We moeten niet proberen met spitsvondige redeneringen door te dringen in het verheven mysterie. Al die zinloze speculaties brengen ons alleen maar aan het dwalen.'
1.13.10 – Christus is de ‘Engel van de HEER’
'Het Woord van God kwam dichtbij om het gesprek aan te gaan. Daarom kreeg Hij de naam Engel. Ondertussen bleef Hij wie Hij was: God met onuitsprekelijke glorie.'
1.13.22 – De dwaalleer van Servet
'Sommige sekten scheurden het wezen van God uit elkaar. Andere wisten het onderscheid uit dat er tussen de personen bestaat.'
1.13.1 – God is oneindig en geestelijk
'Dat God oneindig is, moet ons ongetwijfeld afschrikken, zodat we niet proberen Hem te beperken tot wat ons kunnen voorstellen. En dat God geestelijk is, verbiedt ons om aards of vleselijk over Hem te denken.'
1.13.23 – De Zoon en de Geest zijn niet minder God dan de Vader
'Als we zouden toegeven dat alleen de Vader het hele wezen van God heeft, dan betekent dat óf dat het wezen verdeeld kan worden, óf dat je het aan de Zoon ontneemt.'
