1.13.18 – Het onderscheid tussen de drie personen
'De Vader wordt het begin toegeschreven van alles wat God doet. De Zoon heeft de wijsheid, het plannen maken en het beheer. Maar de Geest de kracht en de uitvoering.'
1.13.2 – God is één, maar bestaat uit drie personen
'God is één, maar Hij openbaart zich als drie personen. Als we dat niet begrijpen, dan kennen we de echte God niet.'
1.13.23 – De Zoon en de Geest zijn niet minder God dan de Vader
'Als we zouden toegeven dat alleen de Vader het hele wezen van God heeft, dan betekent dat óf dat het wezen verdeeld kan worden, óf dat je het aan de Zoon ontneemt.'
1.13.3 – Voor de uitleg van de Schrift zijn soms vreemde woorden nodig
'Wat is erop tegen om dingen uit de Schrift die voor ons ingewikkeld en lastig te begrijpen zijn, uit te leggen met behulp van woorden die duidelijker zijn?'
1.13.14 – Dat de Geest God is, blijkt uit wat Hij doet
'De Geest stort in alle dingen zijn kracht uit. Wezen, leven en beweging blaast Hij in. En dat is toch duidelijk echt het werk van God.'
1.13.16 – Er is slechts één God
'Als we moeten dopen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest - dan moeten we met één geloof geloven in de Vader en de Zoon en de Geest. Maar dat laat toch duidelijk zien dat de Vader, de Zoon en de Geest één God zijn?'
1.13.9 – Bewijzen uit de Schrift dat Christus God is
'Jesaja zegt dingen over Christus die alleen God toekomen.'
1.13.22 – De dwaalleer van Servet
'Sommige sekten scheurden het wezen van God uit elkaar. Andere wisten het onderscheid uit dat er tussen de personen bestaat.'
1.13.24 – De naam God heeft ook betrekking op de Zoon
'Paulus verzekert dat alleen God onvergankelijk, wijs en betrouwbaar is. Daarom vraag ik of Christus door die woorden soms gerekend wordt onder de stervelingen, dwazen en leugenaars.'
1.13.4 – De woorden ‘drie-eenheid’, ‘personen’ en ‘een van wezen’ zijn nodig tegen dwaalleer
'We hebben het er maar druk mee om de vijanden van de zuivere en gezonde leer te overwinnen. Het zijn kronkelende, glibberige slangen die zomaar ontsnappen als je ze niet hardhandig tegen de grond drukt en daarna stevig vastpakt.'
