Steeds vaker kom ik het tegen: dat mensen nieuwe opvattingen over bijvoorbeeld de vrouwen in het ambt of homoseksualiteit verdedigen met een beroep op de leiding door de Heilige Geest.

‘We hebben gebeden om leiding door de Geest!’ zeggen ze, als ze kritiek ontmoeten. ‘We geloven dat de Geest ons dit inzicht gegeven heeft!’ En gelukkig minder vaak – maar het gebeurt echt – tegen wie het niet met hen eens is: ‘Jij hebt blijkbaar de Geest nog niet. Laat je door de Geest onderwijzen! Dan zul je wel ontdekken dat wij gelijk hebben…’

Tja, wie ben ik dan nog om aan hun inzichten te twijfelen? Toch doe ik dat dan juist wel! Want ik vind dit een waardeloos argument. Leiding door de Geest? Je hebt er volgens mij helemaal niets aan. Het heeft geen enkele overtuigingskracht. Integendeel zelfs. Het is een zwaktebod.

Nu bedoel ik natuurlijk niet dat ik de leiding door de Geest op zichzelf waardeloos vind. Nee, zeker niet. Die is onmisbaar voor elke christen. Ik bedoel alleen dat je die leiding nooit als argument kunt gebruiken om een bepaald idee te onderbouwen of te promoten.

Woord en Geest

Leiding door de Geest is altijd nauw verbonden met het Woord. Het op schrift gestelde Woord: de Bijbel. Dat Woord is door de Geest geïnspireerd. Het is de Geest die ervoor gezorgd heeft dat in de Bijbel precies dat staat, wat God wilde dat er stond. Dankzij de Geest is onze Bijbel Gods eigen Woord.

Leiding door de Geest kan ons daarom nooit tot ideeën of opvattingen brengen die in strijd zijn met dat Woord. Anders zou de Geest zichzelf tegenspreken en dat is onmogelijk.

De Geest kan ons ook nooit leiden tot nieuwe inzichten die verder gaan dan wat het Woord al leert. De Geest zelf leert ons namelijk in dat Woord dat Gods openbaring aan ons voltooid is in zijn vlees geworden Woord: Christus, Gods Zoon. Met Christus’ komst naar de aarde is alles geopenbaard wat God ons wilde laten weten. De evangelisten en apostelen hebben dat op Schrift gesteld en dat is voor ons voldoende. De Geest zal daar niets nieuws meer aan toevoegen.

Je moet de Bijbel als norm gebruiken om te toetsen of iets leiding van de Geest is of niet.

De consequentie daarvan is dat je de Bijbel heel goed als norm kunt gebruiken om te toetsen of iets leiding van de Geest is of niet. Sterker nog, zo móét je de Bijbel ook gebruiken. De Bijbel zelf leert ons dat de Geest wil dat we zijn leiding herkennen aan de hand van de Schrift.

En andersom leidt de Geest ook altijd door middel van de Schrift. De Geest brengt je steeds terug bij de Schrift en geeft je steeds dieper inzicht in de Schrift.

Daarom is de Schrift ons enige norm: sola Scriptura!

Sola Scriptura

Als jij tijdens je Schriftonderzoek het gevoel hebt dat je door de Geest geleid wordt, dan is dat heel fijn. Maar je kunt dat gevoel nooit als norm gebruiken om de uitkomsten van je Schriftonderzoek aan te toetsen. Je gevoel is veranderlijk en bedrieglijk.

Dat je voorafgaand aan je Schriftonderzoek gebeden hebt om leiding door de Geest is geweldig. Dat gebed is onmisbaar, want zonder de Geest zijn we allemaal blind voor wat God ons in zijn Woord wil zeggen. Maar ook dat gebed biedt geen enkele garantie voor de juistheid van wat jij in de Schrift meent te ontdekken. God belooft wel zijn Geest aan ieder die daarom vraagt. Maar Hij belooft ons niet dat de Geest ons in dit leven onfeilbaar maakt.

Anderen hebben – als het goed is – geen enkele boodschap aan jouw claim dat je geleid bent door de Geest.

En dus kun je je gebed om leiding en je gevoel van leiding nooit gebruiken als argument om anderen van je nieuwe ideeën te overtuigen. Anderen hebben – als het goed is – geen enkele boodschap aan jouw claim dat je geleid bent door de Geest. Ze hebben niets aan jouw verzekering dat je echt om leiding gebeden hebt. Het enige wat ze kunnen doen, is zelf de Schrift onderzoeken en kijken of jouw nieuwe ontdekking inderdaad in de Schrift is terug te vinden.

Zij moeten niet vragen: ben jij geleid door de Geest? Nee, ze moeten vragen: is wat jij beweert Bijbels verantwoord? Beroep jij je op de Schrift? En is dat beroep terecht?

En als dat zo blijkt te zijn, dan mogen ze samen met jou God danken en prijzen om de leiding van zijn Geest die jullie tot nieuwe inzichten gebracht heeft.

Omgekeerde volgorde

Maar tegenwoordig wordt deze volgorde nogal eens omgedraaid. In plaats van dat men nieuwe ideeën grondig onderbouwt met een hermeneutisch verantwoorde exegese en zo bewijst dat men door de Geest geleid is, claimt men die leiding vooraf, als een soort bezweringsformule om kritiek te laten verstommen. En velen laten zich nog bezweren ook! Want als iemand toch zegt dat Gods Geest hem geleid heeft, hoe kun je dat dan weerleggen? Je kunt toch niet in zijn hart kijken?

Maar zo worden persoonlijke ervaring en gevoel de norm. En dan krijgt ieder zijn eigen ‘Bijbelse’ waarheid, waar een ander niet meer over kan oordelen.

Als iemand claimt dat hij geleid wordt door de Geest, is er alle reden om juist grote twijfels te hebben bij zijn beroep op de Schrift.

Daarom noemde ik deze manier van argumenteren een zwaktebod en geeft het mij alleen maar reden tot wantrouwen. Immers, wie denkt dat zijn vermeende leiding door de Geest op zichzelf overtuigingskracht heeft, verraadt daarmee alleen maar dat hij geen gezond besef heeft van wat de leiding van de Geest eigenlijk inhoudt en evenmin van wat het gezag van de Schrift als onze enige norm nu eigenlijk betekent. En dus is er alle reden om op voorhand juist grote twijfels te hebben bij het beroep dat zo iemand dan verder nog op de Schrift doet. De kans is immers levensgroot aanwezig dat zijn uitleg van de Bijbel geen recht doet aan het gezag van de Schrift. Dat hij, als je zijn Schriftuitleg grondig onderzoekt, dingen blijkt te beweren die verder gaan dan of zelfs in strijd zijn met wat de Schrift werkelijk leert.

Heel vaak blijkt een beroep op de leiding door de Geest niets anders dan een mooi vernislaagje dat moet verhullen wat voor broddelwerk het exegetische kunst- en vliegwerk daarachter is. Wie de Schrift degelijk uitlegt, heeft zulke argumenten niet alleen niet nodig, maar weet ook dat ze waardeloos zijn.

12 Reacties

  1. Zelf gebruik ik ook weleens de term: de H. Geest gaf mij inzicht in het Woord.
    Als ik dat zeg, dan is dat altijd te bevestigen aan de Bijbel, want mijns inziens is de Bijbel het Boek der Waarheid. Dus het moet wel kloppen met wat er staat. Waarom ik dan toch de H. Geest erbij haal is omdat veel theologen en hoorders daarvan de letter bestuderen en zich bezig houden met het woord op zich en zich geen rekenschap geven van wat de Geest van God probeert te zeggen. Het Woord zegt niet voor niets: “voor wijze verborgen en aan kinderen geopenbaard.”

    • Dit ben ik met je eens. Wie de Bijbel leest, moet zich ervan bewust zijn dat daar God zelf door zijn Geest spreekt en dat dat niet te begrijpen is zonder dat de Geest ons er de ogen voor opent. Het is goed omdat ook te benoemen. Zolang we aan de andere kant maar niet net doen alsof wat de Geest door de Schrift wil zeggen iets extra’s is alleen voor ingewijden, bovenop wat we ‘gewoon’ in de Schrift kunnen lezen. Dan zouden we terecht komen in gnostiek.

  2. Vervolg: Om Gods Woord te kunnen doorgronden heb je kennis van God nodig. God is de zelfde zowel in het OT als in het NT, maar de schrijvers van beide boeken hebben met hun eigen Gods ervaring en schrijverstalent weer gegeven wat hun voor ogen (ook geestelijke ogen) kwam. Daarom zegt Jezus ook over Johannes de Doper dat hij de grootste is van alle profeten, omdat Hij gezien heeft waarover hij praatte.
    De Bijbel zit vol met geheimenissen, die niet letterkundig zijn te ontcijferen. Alleen als je Gods natuur kent, worden dingen begrijpelijker en vallen de tegenstrijdigheden weg. Je heb gelijk als je zegt dat De H. Geest één is, niet verdeeld.

  3. Stel dat Abraham Gods leiding om zijn zoon Izak te gaan offeren had getoetst aan het Woord van God. Daar was toen nog niets van beschreven. Maar dat je je naaste niet mag doden en geen mensenoffer mag brengen, was toch ook toen al de geldende norm. Als hij zich daaraan had gehouden, had hij de opdracht om zijn zoon te offeren ook anders op kunnen vatten. De moraal: er zijn schijnbare tegenstrijdigheden in Gods leiding. Laat bij de radicale afwijzing van misbruik van het argument (leiding van Gods Geest), er oog blijven voor de mogelijkheid tot de HEERE soms een schijnbaar onlogische en oppervlakkig bezien onbijbelse weg wijst.

    • Ik weet niet wat je bedoelt met een ‘schijnbaar onlogische en oppervlakkig bezien onbijbelse weg’. Toch de vrouw in het ambt, ook al zegt de Bijbel dat het niet mag? Toch homoseksualiteit goedkeuren, ook al keurt de Bijbel het af?

      Hoe dan ook, als je dit wilt onderbouwen met Abraham en het offer van Izak, dan geef je daarmee nu precies een voorbeeld van het verkeerde Bijbelgebruik waar ik op doel. De situatie van Abraham is niet te vergelijken met de onze. God sprak rechtstreeks tot Abraham, maar wij hebben alleen het geschreven Woord. Abraham had nog geen geschreven Woord, laat staan een compleet geschreven Woord, zoals wij hebben. Abraham bevond zich nog aan het begin van de openbaringsgeschiedenis. Maar wij leven na de komst van Christus en hebben daarom in de Schrift een complete openbaring.

      Kortom, als je met een beroep op het voorbeeld van Abraham denkt, geleid door de Geest, wegen in te mogen slaan die ‘schijnbaar’ in strijd zijn met wat de Bijbel leert, dan misken je het gezag van de Schrift als Gods complete openbaring aan ons. Dan doe je net alsof de Geest nog nieuwe dingen aan het geschreven Woord zou toevoegen. En dan zit je met je beroep op de Geest en/of de Schrift gewoon fout.

    • Bedankt voor je reactie en helemaal mee eens. Maar ik doelde helemaal niet op de thema’s die je noemt. Dat had ik duidelijk kunnen zeggen, maar ik dacht zelfs niet aan de onderwerpen die je noemt. Wat dan wel? In relaties (huwelijk en gezin) moeten soms keuzes worden gemaakt die gecompliceerd liggen. Het komt soms dichtbij een botsing van plichten en verantwoordelijken. Als je daar biddend en dichtbij het Woord een keuze maakt (in eigen overtuiging geleid door Woord en Geest), kan het reacties oproepen als: “Hoe is het toch mogelijk? De Bijbel wijst toch duidelijk een andere weg?” Zonder verder concreet in te willen vullen, doelde ik op dat soort situaties.” Ik kom ze vaak genoeg tegen.

    • “ook al zegt de Bijbel dat het niet mag […] ook al keurt de Bijbel het af?”

      Zou je hier niet beter kunnen zeggen “ook al zegt de Bijbel volgens mijn uitleg van bepaalde teksten dat het niet mag” en “ook al keurt de Bijbel het volgens mijn uitleg van bepaalde teksten het af”?

      Dat er überhaupt over de uitleg van teksten in de Bijbel gedebatteerd wordt geeft toch al aan dat het héél moeilijk is om absolute algemeen geldende waarheden te ontlokken aan specifieke teksten, zeker als die teksten aanwijzingen bevatten voor een bepaalde tijd en plaats? Het zou heel theoretisch toch best kunnen dat je zelf fout zit? Zou dat gegeven niet wat nederiger moeten maken?

    • Nee, Peter, dat ben ik niet met je eens. Natuurlijk is onze uitleg van de Bijbel feilbaar en vraagt dat om nederigheid. Maar het is niet nodig en zelfs onjuist om zoveel slagen om de arm te houden dat elke uitleg onzeker wordt. Ik geloof dat de Bijbel Gods eigen Woord is. En ik geloof ook dat God in staat is om zo duidelijk te spreken dat wij zijn bedoeling met voldoende zekerheid kunnen begrijpen en elkaar met gezag mogen voorhouden.

      Als er dan toch verschil van mening is, is dat heel vaak niet het gevolg van onduidelijkheid, maar van ongeloof.

      Meer daarover heb ik hier geschreven: https://www.gerritveldman.nl/als-bijbel-verschillend-wordt-uitgelegd/

    • “Ik geloof dat de Bijbel Gods eigen Woord is. En ik geloof ook dat God in staat is om zo duidelijk te spreken dat wij zijn bedoeling met voldoende zekerheid kunnen begrijpen en elkaar met gezag mogen voorhouden.”

      Dat geloof ik ook, tot op zekere hoogte (‘Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen.’). En toch kom ik dan bij bepaalde teksten op andere conclusies. Dan kan ik vervolgens jou voorhouden dat je fout zou zitten, met allerlei argumenten, en jij kan hetzelfde bij mij doen. Of we kunnen alle argumenten afwegen en tegen elkaar zeggen: we weten (blijkbaar) niet precies hoe het zit, maar doen allemaal ons best om God op de juiste manier eer te bewijzen met ons leven. En als we daarmee soms fout zitten, mogen we in alle nederigheid alsnog vertrouwen op de vergeving van onze zonden.

    • Neem nu de man-vrouw discussie in het licht van 1 Kor 14:34. Die tekst kun je op zoveel manieren opvatten, bijvoorbeeld (1) als interpolatie (dus niet van Paulus, maar van latere toevoeging), (2) als Paulus’ beschrijving van hoe het er in Korinthe aan toegaat, om dan gelijk daarop te zeggen ‘Heeft het woord van God zich soms verspreid vanuit uw gemeente? Of heeft het enkel u bereikt?’, met andere woorden, ‘waar zijn jullie mee bezig?’, waarmee Paulus de praktijk dat vrouwen er moesten zwijgen juist zou afkeuren, (3) als specifiek voor die situatie in Korinthe van toepassing, maar niet normatief voor heel de kerk in alle tijden, (4) je kunt vertaaltechnisch allerlei kanttekeningen zetten bij de precieze betekenis, (5) je kunt deze tekst tegenover andere teksten van Paulus (bijv. Galaten 3:27) of teksten over de rol van vrouwen zetten waardoor hij afzwakt, of (6) de tekst als normatief voor alle tijden en plaatsen zien: dus geen vrouw in het ambt.

    • Ik zelf vind voor elk van deze 6 opvattingen wel wat te zeggen. Met andere woorden, ik weet het gewoon niet, ook niet na intensieve bijbelstudie, gebed, en gesprekken over dit onderwerp. Daarom ben ik geneigd te zeggen: je kunt degene met een andere mening dan dat je zelf hebt op dit punt niet van zonde, ongeloof of onbijbelse opvattingen beschuldigen. Er zal vast 1 waarheid zijn op dit punt, maar ik zelf kan hem niet vinden, en velen met mij. Dan zijn er 2 opties: dat is mijn fout, of Gods spreken laat zich op dit punt toch niet zo duidelijk verstaan. Waarschijnlijk zit in allebei de opties wel een kern van waarheid?

    • Van de 6 punten die je noemt, zijn de eerste 3 naar mijn overtuiging duidelijk uitingen van ongeloof, omdat ze in strijd zijn met het gezag dag de Bijbel als Gods Woord hoort te hebben. Punt 1 is onmogelijk, omdat de brief zich aandient als van Paulus. Voor punt 2 geeft de tekst geen enkele aanwijzing en dient dus alleen maar om de duidelijkheid te problematiseren. Punt 3 miskent dat het NT per definitie normatief is voor de kerk van alle tijden, tenzij de tekst zelf expliciet anders zegt.

      Punt 4 en 5 zijn op zichzelf heel goed, maar alleen zolang ze niet uitgespeeld worden tegen punt 6: normatief voor alle tijden en plaatsen. Want anders ga je ook met 4 en 5 de grens tussen geloof en ongeloof over. Welnu, dan leveren punt 4 en 5 naar mijn overtuiging geen legitieme uitleg op die ruimte biedt aan vrouwen in het ambt.

      En dus is de waarheid hier wel degelijk te vinden. Wie hem niet vindt, problematiseert de uitleg tekst meer dan is toegestaan en dat is dus ongeloof.

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in