De koraalbewerking over Wo soll ich fliehen hin (BWV 694) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Wo soll ich fliehen hin,
weil ich beschweret bin
mit vielen grossen Sünden?
Wo kann ich Rettung finden?
Wenn alle Welt herkäme,
mein Angst sie nicht wegnähme.
Deze koraalbewerking is een trio. De melodie wordt in lange noten gespeeld in het pedaal. De beide andere stemmen beelden het vluchten uit door elkaar voortdurend na te jagen en over elkaar heen te buitelen. Grote sprongen omhoog en omlaag, motieven die regelmatig in de omkering verschijnen en syncopen maken duidelijk dat het vluchten tegelijk ook een zoeken is. Waar kan ik redding vinden? Die vierde melodieregel krijgt van Bach de meeste nadruk. Is dat immers niet de belangrijkste vraag uit een mensenleven?
Registratie:
Hoofdwerk: Octaav 8′, Speelfluit 4′
Rugwerk: Praestant 8′, Quintadena 8′
Pedaal: Trompet 8′
