De koraalbewerking over Wer nur den lieben Gott läßt walten (BWV 690) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Wer nur den lieben Gott läßt walten
Und hoffet auf ihn allezeit,
Den wird er wunderlich erhalten
In allem Kreuz und Traurigkeit.
Wer Gott, dem Allerhöchsten, traut,
Der hat auf keinen Sand gebaut.
Dit is een manualiter bewerking met een constante beweging van 16e noten, verspreid over de verschillende stemmen. Ondanks die beweging, straalt het stuk een enorme rust uit. Het is alsof Bach wil zeggen: in het leven en in de wereld kan alles continu in beweging zijn, toch mag je rust vinden in het vertrouwen op Gods zorg.
Na de koraalbewerking volgt een eenvoudige koraalzetting.
Registratie:
Borstwerk: Fluitgedekt 8′, Roerfluit 4′
Koraal:
Bovenpositief: Praestant 8′
Pedaal: Subbas 16′
Hoofdwerk+Bovenpositief, Pedaal+Hoofdwerk