De koraalbewerking over Wer nur den lieben Gott läßt walten (BWV 642) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Wer nur den lieben Gott läßt walten
Und hoffet auf ihn allezeit,
Den wird er wunderlich erhalten
In allem Kreuz und Traurigkeit.
Wer Gott, dem Allerhöchsten, traut,
Der hat auf keinen Sand gebaut.
De begeleiding van deze bewerking kenmerkt zich door de fiugura corta – kort kort lang – een teken van vreugde en vertrouwen. De bas begint met een paar moedige treden omhoog en even later weer naar beneden om verder een stevig fundament te bieden.
Registratie:
Hoofdwerk: Octaav 8′, Roerfluit 8′, Octaav 4′, Nasaat 3′, Superoctaav 2′, Ruijschpijp
Rugwerk: Praestant 8′, Roerfluit 8′, Octaav 4′
Pedaal: Praestant 16′, Octaav 8′, Superoctaav 4′, Trompet 8′
Hoofdwerk+Rugwerk, Pedaal+Hoofdwerk