De koraalbewerking over Wachet auf, ruft uns die Stimme (BWV 645) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Zion hört die Wächter singen,
Das Herz tut ihr vor Freuden springen,
Sie wachet und steht eilend auf.
Ihr Freund kommt vom Himmel prächtig,
Von Gnaden stark, von Wahrheit mächtig,
Ihr Licht wird hell, ihr Stern geht auf.
Nun komm, du werte Kron,
Herr Jesu, Gottes Sohn!
Hosianna!
Wir folgen all
Zum Freudensaal
Und halten mit das Abendmahl.
Dit is de eerste van de zes zogenaamde Schübler Choräle, genoemd naar Johann Georg Schübler. Minstens vijf van deze zes koraalbewerkingen zijn transcripties van cantatedelen en waarschijnlijk zijn ze dat alles zes, alleen is van eentje geen originele versie bewaard gebleven. Dat Bach zelf deze zes transcripties liet uitgeven, laat zien dat hij ze belangrijk vond als proeve van zijn bekwaamheid als componist.
De eerste is een transcriptie van een deel uit de cantate Wachet auf, ruft uns die Stimme (BWV 140). In het origineel zingt de tenor het couplet, begeleid door een viool en basso continuo. De orgelversie is een trio: de melodie in de linkerhand, baslijn in het pedaal en de rechterhand speelt de vioolpartij.
Registratie:
Hoofdwerk: Octaav 8′
Rugwerk: Praestant 8′, Octaav 4′, Schalmeij 8′
Bovenpositief: Praestant 8′
Pedaal: Subbas 16′
Hoofdwerk+Bovenpositief, Pedaal+Hoofdwerk