De koraalbewerking over Vom Himmel hoch, da komm ich her (BWV 738) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Vom Himmel hoch, da komm ich her,
ich bring euch gute neue Mär;
der guten Mär bring ich so viel,
davon ich sing’n und sagen will.
Dit een een bijzonder stuk: Bach gebruikt hier polyritmiek. Er lopen een vierkwartsmaat en een twaalf-achtste maat door elkaar heen. Het is niet moeilijk om te raden waarom Bach dat doet. Een twaalf-achtste maat bestaat uit vier groepjes van drie achtsten. Daarmee is het een driedelige maatsoort. Nu staat in de barok het getal drie voor de hemel en het getal vier voor de aarde. Denk aan de drie-eenheid en de vier seizoenen of de vier windstreken. Door een driedelige en een vierdelige maatsoort te combineren, symboliseert Bach hoe hemel en aarde elkaar raken op het moment dat de herders in het veld van Bethlehem bezoek krijgen van een engel die hen de boodschap brengt van Christus’ geboorte. En dat wordt nog eens extra benadrukt door de vele stijgende en dalende figuren die Bach vaker gebruikt als het over engelen gaat.
Registratie:
Hoofdwerk: Octaav 8′
Bovenpositief: Praestant 8′, Holpijp 8′, Octaav 4′, Sifflet 1 1/2′
Pedaal: Praestant 16′, Octaav 8′
Hoofdwerk+Bovenpositief