Het Trio in c (BWV 585) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Opnieuw een werk dat oorspronkelijk geen orgelwerk is en dat bovendien oorspronkelijk niet door Bach geschreven is. Dit trio bestaat uit twee delen (Adagio en Allegro) die een transcriptie zijn van twee delen uit een sonate van de Duitse componist Johann Friedrich Fasch (1688-1758). Dat Bach inderdaad de auteur is van deze transcriptie is (anders dan bij BWV 586 en 587) vrij zeker. Het is dan ook een stuk waarvan je je goed kunt voorstellen dat Bach er weg van was. De stem zijn op een boeiende manier met elkaar in dialoog of buitelen heerlijk over elkaar heen.
Omdat de linkerhand vaak boven de rechterhand uitkomt, is het comfortabeler om die een octaaf lager te spelen op 4′-basis. Dat voorkomt kramp in je linkerarm en -hand.
Registratie:
Adagio:
Rugwerk: Praestant 8′
Bovenpositief: Octaav 4′
Pedaal: Octaav 8′
Allegro:
Rugwerk: Praestant 8′, Quintadena 8′, Fluit 4′
Bovenpositief: Octaav 4′, Woudfluit 2′, Sifflet 1 1/2′
Pedaal: Octaav 8′, Superoctaav 4′
