De Sonata II in c (BWV 526) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Deze tweede sonate is misschien wel de moeilijkste. Maar dat ligt dan vooral aan het derde deel. Dat deel kent tweede thema’s, die worden afgewisseld. Het eerste thema is rustig en daardoor vrij eenvoudig te spelen. Maar het tweede thema contrasteert ermee. Het is een springerig thema, ritmisch onrustig thema, waarbij een aantal keer een motief voorkomt met eerst twee zestienden en dan een achtste. Gecombineerd met de andere stemmen is het vreselijk lastig om ritmisch goed te spelen. Ik moet bekennen dat het mij niet helemaal gelukt is.
De registratie heb ik weer eens overgenomen van Bram Beekman.
Registratie:
Vivace:
Rugwerk: Praestant 8′, Octaav 4′
Bovenpositief: Praestant 8′, Holpijp 8′, Octaav 4′
Pedaal: Subbas 16′, Octaav 8′, Superoctaav 4′
Largo:
Hoofdwerk: Octaav 8′
Bovenpositief: Octaav 4′
Borstwerk: Fluitgedekt 8′
Pedaal: Subbas 16′, Octaav 8′
Allegro:
Rugwerk: Praestant 8′, Octaav 4′, Quintfluit 3′
Bovenpositief: Praestant 8′, Octaav 4′, Superoctaav 2′
Pedaal: Subbas 16′, Octaav 8′, Superoctaav 4′