Het Praeludium & Fuga in C (BWV 545) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Het korte Praeludium begint met een dalend motief in het pedaal (helemaal naar de laagste toon van het orgel), dat vervolgens drie keer in de linkerhand en nog twee keer in het pedaal klinkt, waarna een ander motief gaat klinken, in beide handen en later ook in het pedaal, in allerlei variaties, totdat aan het eind het begin motief terugkeert.
De Fuga is twee keer zo lang als het Praeludium. Het eenvoudige thema bestaat uit vier stijgende halve noten en vervolgens een dalend motief in kwarten en achtsten.
Registratie:
Hoofdwerk: Praestant 16′, Octaav 8′, Roerfluit 8′, Octaav 4′, Superoctaav 2′, Ruijschpijp, Trompet 8′
Bovenpositief: Praestant 8′, Quinta 6′, Octaav 4′, Quinta 3′, Superoctaav 2′
Borstwerk: Fluitgedekt 8′, Praestant 4′, Superoctaav 2′, Mixtuur
Pedaal: Praestant 16′, Octaav 8′, Holpijp 8′, Superoctaav 4′, Vlakfluit 2′, Mixtuur, Basuin 16′
Hoofdwerk+Bovenpositief, Hoofdwerk+Borstwerk