Johann Sebastian Bach – ‘Meine Seele erhebt den Herren’ (BWV 733)

0
976

De koraalbewerking over Meine Seele erhebt den Herren (BWV 733) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).

Meine Seele erhebt den Herren
und mein Geist freuet sich Gottes, meines Heilandes.

Dit stuk is ook overgeleverd onder de titel ‘Fuga sopra il Magnificat’. Het Magnificat is de Latijnse versie van de lofzang van Maria: Magnificat anima mea Dominum, oftewel: ‘Mijn ziel maakt groot de Heer.’ En in het Duits dus: Meine Seele erhebt den Herren.

In de Lutherse traditie werd deze lofzang gezongen op een oude gregoriaanse melodie, de tonus peregrinus. Die bestaat uit twee regels, die afhankelijk van het aantal woorden dat er gezongen moet worden, gemakkelijk langer of korter gemaakt kunnen worden door halverwege meer of minder noten te herhalen. Op die manier kun je dus de hele lofzang zingen in de onberijmde Bijbeltekst.

Dit stuk is dus een fuga en het thema is de tonus peregrinus. Er wordt ingezet in de tenor en vrijwel meteen wordt er in de alt een ander thema tegenover gezet dat begint met een stijgende toonladder. Duidelijk een verwijzing naar het ‘verheffen’ van Gods eer. Daarna zet het thema in in de sopraan en een tijdje later zet het tegenthema in in de bas.

De fuga blijft lange tijd vierstemmig, zonder pedaal. Het toonladderfiguur uit het tegenthema komt voortdurend terug, vaak stijgend, soms dalend.

Tegen het eind klinkt in het pedaal de melodie in lange noten. Die wordt afgesloten met een stijgende beweging van een halve toonladder en dan volgt het slotakkoord.

Pro organo pleno con pedale staat er boven het stuk. Nu heb je plenumregistraties in soorten en maten. Maar in dit geval vind ik een groot plenum heel geschikt, op 16′-basis, met tongwerken en met voor het pedaal zelfs de Fagot 32′ erbij.

Registratie:
Hoofdwerk: Praestant 16′, Octaav 8′, Roerfluit 8′, Octaav 4′, Ruijschpijp, Trompet 16′, Trompet 8′
Bovenpositief: Praestant 8′,  Quinta 6′, Octaav 4′, Quinta 3′, Superoctaav 2′, Scherp, Trompet 4′
Borstwerk: Fluitgedekt 8′, Praestant 4′, Superoctaav 2′, Quintanus 1 1/2′, Mixtuur
Pedaal: Praestant 16′, Octaav 8′, Superoctaav 4′, Mixtuur, Fagot 32′, Basuin16′, Trompet 8′
Hoofdwerk+Bovenpositief, Hoofdwerk+Borstwerk, Pedaal+Hoofdwerk

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in