De koraalbewerking over Meine Seele erhebt den Herren (BWV 648) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Erdenket der Barmherzigkeit
und hilft seinem Diener Israel auf.
Ook deze koraalbewerking is vierstemmig, maar nu ligt de melodie in de sopraan. En net als bij de vorige wordt die melodie in de originele versie – in de cantate Meine Seele erhebt den Herren (BWV 10) – niet gezongen, maar gespeeld, in dit geval door de trompet. Het zingen gebeurt ook hier in de vorm van een duet, hier tussen de alt en de tenor. Ze worden begeleid door een basso continuo die hetzelfde thema gebruikt en als het ware een driestemmig fuga vormt met de beide zangstemmen.
In de orgelversie wordt melodie gespeeld met de rechterhand en het duet met de linkerhand. Het pedaal zorgt voor de baslijn.
Dit lied is overigens de Duitse versie van het Magnificat: de lofzang van Maria. De melodie bestaat dan ook ook uit twee regels die duidelijk uit het Gregoriaans afkomstig zijn.
Registratie:
Rugwerk: Praestant 8′, Sexquialtera
Bovenpositief: Praestant 8′, Viola di Gamba 8′
Pedaal: Subbas 16′, Octaav 8′