De koraalbewerking over Komm, Gott, Schöpfer, heiliger Geist (BWV 667) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Komm, Gott, Schöpfer, heiliger Geist,
Besuch das Herz der Menschen dein,
Mit Gnaden sie füll, wie du weißt,
Dass’s dein Geschöpf vorhin sein.
Denn du bist der Tröster genannt,
Des Allerhöchsten Gabe teur,
Ein geistlich Salb an uns gewandt,
Ein lebend Brunn, Lieb und Feur.
Deze bewerking over het bekende Pinksterlied Veni Creator Spiritus is nummer 17 van de 18 Leipziger Choräle. Aangezien nummer 18 los staat van de rest (die is later toegevoegd en BWV 769 staat er nog tussen) is dit dus de eigenlijke afsluiting van de serie, die ook met een Pinksterlied begon.
De opening van dit stuk is identiek aan BWV 631 uit het Orgel-Büchlein. De melodie ligt in de sopraan, de middenstemmen hebben overwegend een kenmerkend driedelig ritme – lang, kort, kort, lang – dat soms wordt afgewisseld met een langere serie van korte noten, en de bas legt daar een enkele korte noten onder, steeds op het minst beklemtoonde deel van de tel.
Maar anders dan in BWV 631 klinkt hier de melodie vervolgens ook nog een keer in het pedaal, terwijl de andere stemmen van het ritme uit het begin overgaan in een constante zestienden-beweging, vol stijgende en dalende motieven. Het is alsof je water hoort stromen. Laat vers 2 van het lied de Geest nu levende bron noemen.
Registratie:
Hoofdwerk: Octaav 8′, Roerfluit 8′, Octaav 4′
Bovenpositief: Praestant 8′, Octaav 4′, Quinta 3′, Superoctaav 2′
Borstwerk: Fluitgedekt 8′, Praestant 4′, Superoctaav 2′, Quintanus 1 1/2′
Pedaal: Praestant 16′, Octaav 8′, Superoctaav 4′, Vlakfluit 2′, Basuin 16′
Hoofdwerk+Bovenpositief, Hoofdwerk+Borstwerk
