De Fuga in G (BWV 577) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Ook dit is een van Bachs’ bekendere fuga’s en dat ondanks dat er nog wel eens aan Bachs auteurschap getwijfeld wordt. En dat valt allebei best te begrijpen. Het is een feestelijk stuk in een dansend driedelig ritme – een ‘gigue’ – en dat nooit verveelt. Tegelijk is het een stuk dat compositorisch niet erg complex is. Als het van Bach is, is het vast een jeugdwerk.
Maar hoe eenvoudig het stuk ook in elkaar zit, het is wel ontzettend lastig te spelen. Dat komt vooral door de beweeglijke pedaalpartij. Ik snap niet hoe anderen dat voor elkaar krijgen. Mij is het alleen gelukt door het tempo flink terug te schroeven. Maar ik moet zeggen, ook al is mijn tempo ongeveer twee keer zo laag als de snelste uitvoeringen die ik ben tegengekomen, eigenlijk vind ik het zo minstens zo mooi. Het tempo bedoel ik. Mijn uitvoering is verre van perfect, maar beter dan dit wordt het niet, vrees ik.
Nog één opmerking over de pedaalpartij. Kort na de tweede pedaalinzet komt er twee keer een e1 voor. Bij het orgel in Zwolle gaat het pedaal maar tot d1. Nu is dat in Hauptwerk geen probleem. Daar is het pedaal virtueel uitgebreid tot f1. Maar ik wil me graag beperken tot wat op het originele orgel mogelijk is. Daarom speel ik de pedaalpartij nog een aantal maten op het manuaal, tot aan de thema-inzet in de sopraan.
Registratie:
Hoofdwerk: Praestant 16′, Octaav 8′, Roerfluit 8′, Octaav 4′, Nasaat 3′, Superoctaav 2′, Ruijschpijp, Trompet 16′, Trompet 8′
Rugwerk: Praestant 8′, Roerfluit 8′, Octaav 4′, Superoctaav 2′, Sexquialter, Scherp, Fagot 16′, Schalmeij 8′
Borstwerk: Fluitgedekt 8′, Praestant 4′, Superoctaav 2′, Mixtuur
Pedaal: Praestant 16′, Octaav 8′, Superoctaav 4′, Mixtuur, Basuin 16′
Hoofdwerk+Rugwerk, Hoofdwerk+Borstwerk, Pedaal+Hoofdwerk