De Fuga in c (BWV 574) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Deze fuga is gebaseerd op twee thema’s uit de Triosonate opus 2.11 van Giovanni Legrenzi. Eigenlijk bestaat deze fuga uit drie fuga’s. De eerste twee fuga’s hebben elk een van beide thema’s. In de derde fuga worden beide thema’s gecombineerd. Daarna volgt nog een vierde deel: een toccata-achtig slot met veel vuurwerk en een wel heel abrupt slot.
Het ligt voor de hand om de drie fuga’s elk in een andere, bescheiden, registratie te spelen, om vervolgens in het slot uit te pakken met een plenum. De uitdaging is dan om efficiënt gebruik te maken van de mogelijkheden van het orgel, zodat je tussendoor zo min mogelijk hoeft aan te passen. Een groot orgel met meerdere manualen biedt daarvoor natuurlijk alle gelegenheid.
Registratie:
Hoofdwerk: Octaav 8′
Rugwerk: Praestant 8′, Octaav 4′
Bovenpositief: Praestant 8′, Quinta 6′, Octaav 4′, Quinta 3′, Superoctaav 2′, Tertiaan, Scherp
Pedaal: Subbas 16′, Octaav 8′
Maat 37:
Pedaal: + Superoctaav 4′
Maat 74:
Hoofdwerk: + Octaav 4′
Pedaal: – Subbas 16′, + Praestant 16′
+ Hoofdwerk+Rugwerk
Maat 105:
Hoofdwerk: + Praestant 16′
Pedaal: + Basuin 16′
+ Hoofdwerk+Bovenpostief, Pedaal+Hoofdwerk