De Fuga in b (BWV 579) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Deze fuga is gebaseerd op het tweede deel van de Sonate da Chiesa a Tre opus 3.4 voor twee violen en continuo van Arcangelo Corelli uit 1689. Maar Bachs bewerking voor orgel is een stuk langer en vierstemmig in plaats van driestemmig. Bovendien heeft het stuk een heel ander karakter gekregen. Corelli zette boven dit sonatedeel de aanduiding ‘vivace’. En omdat hij geen snellere noten gebruikte dan achtste noten, krijgt het stuk dan een flink tempo. Maar Bach gebruikt in zijn fuga zestiende noten, met als gevolg dat het tempo als vanzelf een stuk lager komt te liggen.
De registratie heb ik afgekeken van Bram Beekman. Voor zijn Bach-integrale speelde hij dit stuk ook in Zwolle. En de combinatie van de fluiten van hoofdwerk en rugwerk ben ik gaan waarderen als misschien wel de mooiste klankcombinatie die dit orgel te bieden heeft.
Registratie:
Hoofdwerk: Roerfluit 8′, Speelfluit 4′
Rugwerk: Roerfluit 8′, Fluit 4′
Pedaal: Subbas 16′, Octaav 8′, Holpijp 8′
Hoofdwerk+Rugwerk