De Fantasia & Fuga in c (BWV 562) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
De Fantasia heeft een thema van één maat dat steeds terugkomt in alle stemmen. Het opvallende aan het thema is de appoggiatura op de derde tel: een voorslag van een achtste waardoor de eigenlijke kwartnoot op die tel een halve tel wordt uitgesteld. Dat zorgt voor een harmonische spanning en een smekend of klagend karakter dat heel de fantasie kenmerkt.
De Fuga, die later is toegevoegd, is niet compleet. In de zogenaamde expositie stellen alle vijf stemmen om de beurt het thema voor. Daarna volgt een stretto: opnieuw zetten de stemmen om de beurt in met het thema, maar nu wachten ze niet tot de vorige stem klaar is met het thema, maar komt de volgende thema-inzet al halverwege het thema in de vorige stem. En daarna breekt de fuga op de derde tel van een maat abrupt af.
Registratie:
Hoofdwerk: Octaav 8′, Roerfluit 8′, Octaav 4′, Superoctaav 2′
Bovenpositief: Praestant 8′, Holpijp 4′, Quinta 3′, Viola di Gamba 8′
Pedaal: Subbas 16′, Octaav 8′
Hoofdwerk+Bovenpositief
Fuga:
Pedaal: – Subbas 16′, + Praestant 16′, Holpijp 8′, Superoctaav 4′, Vlakfluit 2′