De koraalbewerking over Dies sind die heilgen zehn Gebot (BWV 635) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Dies sind die heilgen zehn Gebot,
Die uns gab unser Herre Gott
Durch Mosen, seinen Diener treu,
Hoch auf dem Berg Sinai.
Kyrieleis.
Dit lied is Luthers berijming van de Tien Geboden. Het getal tien speelt vanzelfsprekend een belangrijker rol in Bachs bewerking. De melodie klinkt in lange noten in de sopraan. Daaronder wordt een motief in achtsten steeds herhaald, dat is afgeleid van de eerste melodieregel. De eerste keer klinkt het in de bas en de tweede inzet begint in de tenor, nog voor de eerste inzet in de bas voltooid is. Dit motief klinkt in allerlei varianten, maar 10 keer klinkt het ongewijzigd, exact als de eerste keer, hooguit op een andere toonhoogte. Drie keer in de bas, vijf keer in de tenor en twee keer in de alt. Vijf keer in g, vier keer in c en één keer in d. Verder is er een doorgaande zestienden-beweging vanaf maat 2 tot het einde, die zich verdeelde over alle drie begeleidende stemmen. Het hele stuk duurt 21 maten, maar de laatste maat bevat alleen het slotakkoord. Eigenlijk zijn er dus 20 maten, terwijl de melodie door de lange noten dubbel zo lang klinkt: 20/2=10.
Registratie:
Rugwerk: Schalmeij 8′
Bovenpositief: Praestant 8′, Octaav 4′, Woudfluit 2′, Viola di Gamba 8′
Pedaal: Subbas 16′, Holpijp 8′
Hoofdwerk+Rugwerk, Pedaal+Hoofdwerk
