Johann Sebastian Bach – ‘Allein Gott in der Höh sei Ehr’ (BWV 676)

0
353

De koraalbewerking over Allein Gott in der Höh sei Ehr (BWV 676) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).

O Jesu Christ, Sohn eingeborn
Deines himmlischen Vaters,
Versöhner der’r, die warn verlorn,
Du Stiller unsers Haders,
Lamm Gottes, heilger Herr und Gott,
Nimm an die Bitt von unsrer Not,
Erbarm dich unser aller!

De tweede bewerking in Bachs Clavier-Übung III over Allein Gott in der Höh sei Ehr, over Zoon, is opnieuw een trio, maar dan voor twee klavieren en pedaal. Ook hier komt het getal drie uit in de maatsoort: 6/8 is opnieuw een driedelig ritme. De toonsoort is een toon hoger dan de eerste bewerkingen: G in plaats van F.

De melodieregels klinken verspreid over alle drie de stemmen: regel 1 en 2 in de linkerhand, regel 3 en 4 in de rechterhand, regel 5 als canon tussen de rechterhand en het pedaal en regel 6 als canon tussen de linkerhand en het pedaal. Regel 7 klinkt maar liefst vier keer: achtereenvolgens in de rechterhand, de linkerhand en hen pedaal en ten slotte nog een keer in de rechterhand. Daaromheen spelen de beide handen een begeleiding in voornamelijk zestienden, met motieven die zijn afgeleid van de melodie en waarbij beide stemmen elkaar voortdurend imiteren, achterna zitten en kruisen. Ook omkeringen van bepaalde motieven komen regelmatig voor. Het pedaal zorgt voor ondersteuning in voornamelijk kwarten en achtsten.

De motieven die hier gebruikt worden doen overigen sterk denken aan die in BWV 663, een bewerking over hetzelfde vers van dit lied.

Registratie:
Hoofdwerk: Octaav 8′, Roerfluit 8′, Speelfluit 4′
Rugwerk: Praestant 8′, Roerfluit 8′, Fluit 4′
Pedaal: Subbas 16′, Octaav 8, Holpijp 8′

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in