De koraalbewerking over Allein Gott in der Höh sei Ehr (BWV 664) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
O Heilger Geist, du höchstes Gut,
Du allerheilsamst Tröster,
Vors Teufels Gwalt fortan behüt,
Die Jesus Christ erlöset
Durch große Martr und bittern Tod,
Abwend all unsern Jammr und Not!
Darauf wir uns verlaßen.
Deze derde bewerking over dit lied zal wel over het laatste couplet, over de Heilige Geest gaan. Het is een trio, wat nog eens extra de drie-eenheid benadrukt. De melodie zit aanvankelijk verstopt in de motieven van de verschillende stemmen en pas aan het eind verschijnt de melodie in het pedaal. Het procedé is dus hetzelfde als bij BWV 655, behalve dan dat nu alleen de eerste twee regels van de melodie klinken.
Het getal drie lijkt trouwens sowieso van grote in de 18 Leipziger Choräle. Er zijn:
- 3 bewerkingen over Allein Gött in der Höh sei Ehr (BWV 662, 663 en 664)
- 3 bewerkingen over Nun komm, der Heiden Heiland (BWV 659, 660 en 661)
- 3 bewerkingen over Pinksterliederen (BWV 651, 652 en 667)
- 3 bewerkingen over avondmaalsliederen (BWV 654, 665 en 666)
- 1 lied voor de lijdenstijd, maar met 3 verzen (BWV 656)
- 3 trio’s (BWV 655, 660 en 664)
- 3 overige bewerkingen (BWV 653, 657 en 658)
Alleen BWV 668 staat nu niet in deze lijst, maar die staat eigenlijk ook los van de rest van de serie, omdat in het handschrift BWV 769 ertussen staat.
Registratie:
Hoofdwerk: Octaav 4′, Speelfluit 4′, Superoctaav 2′
Bovenpositief: Praestant 8′, Holpijp 4′, Woudfluit 2′
Borstwerk: Fluitgedekt 8′, Roerfluit 4′, Nachthoorn 1′
Pedaal: Subbas 16′, Octaav 8′
Bovenpositief+Borstwerk
