De koraalbewerking over Alle Menschen müssen sterben (BWV 1117) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Alle Menschen müssen sterben,
Alles Fleisch vergeht wie Heu;
Was da lebet, muß verderben,
Soll es anders werden neu.
Dieser Leib, der muß verwesen,
Wenn er anders soll genesen
Zu der großen Herrlichkeit,
Die den Frommen ist bereit.
Deze bewerking is nogal beweeglijk voor een lied dat over het sterven gaat. Toch is wel te horen dat het daarover gaat. De melodie wordt omspeeld met stijgende en dalende motieven en gebroken akkoorden: het aardse leven wordt afgebroken en verruild voor het hemelse leven.
In het tweede deel wordt het stuk nog beweeglijker. De zestienden-beweging wordt een tweeëndertigsten-beweging! Je mag aannemen dat hier hemelse glorie wordt uitgebeeld die voor de vromen bereid is. Daar past een stralende registratie bij.
Registratie:
Hoofdwerk: Quintadena 16′, Octaav 8′
Borstwerk: Fluitgedekt 8′, Praestant 4′, Spitsfluit 3′, Superoctaav 2′, Nachthoorn 1′, Dulciaan 8′
Hoofdwerk+Borstwerk