De koraalbewerking over Ach wie nichtig, ach wie flüchtig (BWV 644) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Ach wie nichtig,
ach wie flüchtig
ist der Menschen Leben!
Wie ein Nebel bald enstehet
und auch wie der bald vergehet
so ist unser Leben sehet!
Dit is al weer de laatste van 46 koraalbewerkingen uit Bach Orgel-Büchlein.
De vluchtigheid van het leven (als een nevel – de omkering van het woord ‘leven’) klinkt hier in de stijgende en dalende en elkaar kruisende toonladders in de alt en tenor boven een bas met een vast motief dat steeds bestaat uit drie (soms 2) noten en een rust, als een imitatie van een pizzicato bespeelde cello. Op de slotakkoord heeft de bas net rust, wat de vluchtigheid nog eens extra benadrukt.
Registratie:
Hoofdwerk: Quintadena 16′, Speelfluit 4′
Pedaal: Subbas 16′, Octaav 8′