De koraalbewerking over Ach Gott, vom Himmel sieh darein (BWV 741) van Johann Sebastian Bach, gespeeld op het orgel van de Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwolle (via Hauptwerk).
Ach Gott, vom Himmel sieh darein
Und lass dich des erbarmen,
Wie wenig sind der Heilgen dein,
Verlassen sind wir Armen:
Dein Wort man lässt nicht haben wahr,
Der Glaub ist auch verloschen gar
Bei allen Menschenkindern.
Dit is een jeugdwerk van Bach en wat voor een! Luthers berijming van Psalm 12 inspireerde de jonge Bach blijkbaar tot experimenteren. Met behulp van dissonanten, chromatiek en syncopen weet hij een uitermate duistere sfeer te creëren. En tegen het eind doet hij daar nog eens een schepje bovenop: de melodie in het pedaal klinkt bij de laatste twee regels in canon. Twee stemmen in het pedaal dus, soms dicht tegen elkaar en niet altijd in consonante intervallen. En dat dan gespeeld met een plenum – schrijnender kan het niet.
Dit zijn klanken die je eeuwen later zou verwachten. Je zou haast denken dat Bach met profetische blik vooruit kijkt naar de geloofsafval van onze tijd. Maar dat is natuurlijk onzin.
Registratie:
Hoofdwerk: Octaav 8′, Roerfluit 8′, Octaav 4′, Ruijschpijp, Trompet 8′
Bovenpositief: Praestant 8′, Octaav 4′, Quinta 3′, Superoctaav 2′, Trompet 4
Borstwerk: Fluitgedekt 8′, Praestant 4′, Superoctaav 2′, Quintanus 1½’, Mixtuur
Pedaal: Praestant 16′, Octaav 8′, Superoctaav 4′, Basuin 16′
Hoofdwerk+Bovenpositief, Hoofdwerk+Borstwerk, Pedaal+Hoofdwerk