Vier weken geleden schreef ik over de uitspraak van Jezus dat je niet mag oordelen. Veel christenen misbruiken die uitspraak als bewijs voor de stelling dat je geen kritiek mag hebben op de opvattingen en gedragingen van mede-christenen.
Een ander argument dat in dit verband vaak gebruikt wordt, is dat Jezus zelf ook niet oordeelt. Tijdens zijn leven op aarde ging Hij met iedereen om. Iedereen was bij Hem welkom. En dat is nu nog steeds zo. Iedereen mag bij Jezus komen zoals hij is. Jezus accepteert je zoals je bent.
Nu zit daar wel veel waars in. Maar is het echt zo dat Jezus niet oordeelt? Dat je altijd bij Hem terecht kunt zoals je bent, dus met al je fouten en gebreken?
Jezus en de overspelige vrouw
Een van de voorbeelden die vaak aangehaald worden om te laten zien dat Jezus niet oordeelt, is het verhaal over de overspelige vrouw die de farizeeën en de schriftgeleerden bij Jezus brachten om Hem in de val te laten lopen. Volgens de wet van Mozes moest deze vrouw gestenigd worden. Maar wat zou Jezus zeggen? Jezus kaatst de bal terug. Wie van hen zonder zonde is, moet de eerste steen maar werpen. Het eind van het liedje is dat ze een voor een afdruipen en de vrouw alleen bij Jezus achter blijft. Dan zegt Jezus:
'Vrouw, waar zijn die aanklagers van u? Heeft niemand u veroordeeld? En zij zei: Niemand, Heere. En Jezus zei tegen haar: Dan veroordeel Ik u ook niet; ga heen en zondig niet meer.' (Johannes 8:10-11 HSV)
Jezus veroordeelt haar dus niet. Dat is helemaal waar. Maar accepteert Hij daarmee ook haar zonde? Nee, natuurlijk niet! Hij zegt immers dat ze niet meer moet zondigen. Dus het is waar dat Jezus deze vrouw accepteert ondanks haar zonde. Hij vergeeft haar zonde. Maar het is niet de bedoeling dat ze blijft zoals ze is. Ze moet wel veranderen.
Het argument dat Jezus niet veroordeelt, kun je dus nooit gebruiken om je eigen zonden goed te praten. Je kunt nooit zeggen: ‘Jezus neemt me zoals ik ben,’ en het daar dan verder bij laten.
Jezus komt om te oordelen
Een andere tekst die vaak wordt aangehaald, is Jezus uitspraak dat Hij niet gekomen is om te oordelen, maar om te redden. Maar dat is een tekst die je wel goed in het verband moet lezen. Jezus heeft het daar over het feit dat zoveel mensen wel de wonderen zien die Hij doet, maar toch niet geloven wat Hij zegt. En wat zegt Jezus dan precies?
'En als iemand Mijn woorden hoort en niet gelooft, veroordeel Ik hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om de wereld zalig te maken. Wie Mij verwerpt en Mijn woorden niet aanneemt, heeft iets wat hem veroordeelt, namelijk het woord dat Ik gesproken heb; dat zal hem veroordelen op de laatste dag.' (Johannes 12:47-48 HSV)
Gaat wie Jezus’ woorden niet gelooft vrijuit? Nee, zo iemand wordt wel degelijk veroordeeld, namelijk op de laatste dag. Dat is de dag waarop Jezus voor de tweede keer naar de aarde komt. De eerste keer kwam Hij om de wereld te redden. De eerste keer kwam Hij dus niet om te oordelen. Als Jezus hier zegt dat Hij niet gekomen is om te oordelen, bedoelt hij deze eerste komst. Maar de tweede keer komt Hij wel om te oordelen. Dat belijden we immers ook in de Apostolische Geloofsbelijdenis?
Ik geloof ... in Jezus Christus ... die ... is opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader. Vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden.
Dit staat er niet voor niets. Het Nieuwe Testament staat vol waarschuwingen voor het komende oordeel. Dat begint al bij Johannes de Doper, nog vóór dat Jezus aan zijn publieke optreden is begonnen:
'Toen hij velen van de Farizeeën en Sadduceeën op zijn doop zag afkomen, zei hij tegen hen: Adderengebroed! Wie heeft u laten weten dat u moet vluchten voor de komende toorn? Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering, en denk niet dat u bij uzelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham als vader; want ik zeg u dat God zelfs uit deze stenen voor Abraham kinderen kan verwekken. De bijl ligt zelfs al aan de wortel van de bomen; elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. Ik doop u wel met water tot bekering, maar Hij Die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben het niet waard Hem Zijn sandalen na te dragen. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur. Zijn wan is in Zijn hand en Hij zal Zijn dorsvloer grondig reinigen en Zijn tarwe in de schuur verzamelen en Hij zal het kaf met onuitblusbaar vuur verbranden.' (Mattheüs 3:7-12 HSV)
En het gaat door tot in het laatste bijbelboek:
'En ik zag een grote witte troon, en Hem Die daarop zat. Voor Zijn aangezicht vluchtten de aarde en de hemel weg, zodat er geen plaats meer voor hen te vinden was. En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken. En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. En als iemand niet bleek ingeschreven te zijn in het boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen.' (Openbaring 20:11-15 HSV)
Als het zover is, kun je niet aankomen met: ‘Ik dacht dat Jezus niet oordeelde!’ Als je dat oordeel wilt ontlopen, zul je je nu moeten bekeren. Dan zul je nu moeten geloven in wat Jezus gezegd heeft. Als je je oprecht bekeert, als je oprecht gelooft, dan worden je zonden vergeven. Maar als je ondertussen rustig door blijft zondigen, bewijs je daarmee dat je geloof niet oprecht is. Want dan negeer je Jezus’ bevel om voortaan niet meer te zondigen. En dan worden je zonden dus ook niet vergeven.
Natuurlijk betekent dat niet dat er een zondeloos, volmaakt leven nodig is om het oordeel te ontlopen. Volmaaktheid zullen we hier op aarde nooit bereiken. We hebben elke dag opnieuw vergeving nodig. Maar wie echt gelooft, is wel een ander mens. Zo iemand heeft de oprechte intentie om voortaan naar Gods geboden te leven. Zo iemand probeert de volmaaktheid wel zo dicht mogelijk te benaderen. Dat is zichtbaar, bijvoorbeeld doordat je ijverig de bijbel bestudeert om te weten te komen wat God eigenlijk van ons vraagt. Het is ook zichtbaar doordat je kritiek van mede-christenen op je levensstijl serieus neemt en je tegenover hen niet te snel beroept op: ‘Jezus neemt me wel zoals ik ben. Hij oordeelt niet!’
Maar andersom moet onze kritiek op elkaar wel liefdevol en opbouwend zijn en altijd gegeven worden vanuit het besef van eigen zonden. We mogen geen stenen gooien, om zo alvast een voorschot te nemen op Jezus’ oordeel op de laatste dag.
Bron foto: https://www.flickr.com/photos/calliope/8770100695/