De Fantasie over Psalm 66:1 van Jan Zwart, gespeeld op het orgel van de Domkerk in Utrecht (via Hauptwerk).
Er is met deze Fantasie iets merkwaardigs aan de hand. Hetzelfde stuk wordt namelijk ook gespeeld onder de titel ‘Toccata over Psalm 118:1’. Feike Asma deed dat bijvoorbeeld. Of het nu een Toccata is of een Fantasie, dat maakt natuurlijk niet zoveel uit. Maar ik kan wel een aantal redenen bedenken waarom het best logisch is om dit stuk te koppelen aan Psalm 118 in plaats van Psalm 66.
- De manier waarop het koraal gespeeld wordt, past beter bij de tekst van Psalm 118. De regels 3 en 4 moeten met de Cornet als uitkomende stem gespeeld worden, terwijl daarna weer wordt opgebouwd naar een soort climax. Dit sluit vrij goed aan bij het refrein van Psalm 118, dat in de berijming van 1773 wordt weergegeven in de regels 3/4 en 7/8 van vers 1 en vers 2. Bij dat refrein past zowel ingetogenheid als uitbundigheid. De regels met Cornet passen echter veel minder bij de regels 3/4 van Psalm 66 vers 1. Uitbundigheid past daar gewoon beter dan ingetogenheid.
- Deze Fantasie is een uitwerking van een korter voorspel uit de Suite ‘Passie en Paschen’. Daar staat Psalm 118 er tussen haakjes bij vermeld als alternatief. En Psalm 118 is veel meer een Paaspsalm dan Psalm 66.
Overigens bevat deze Fantasie nog een ander kort voorspel. De Fantasie heeft een ABA-vorm en het fugatische middendeel is één van de ’20 Korte koraalvoorspelen’ uit Boek 6.