Ook hij werd de Vette of de Dikke genoemd, net als Reinoud III van Gelre. Maar in zijn geval zit daar geen bijzonder verhaal aan vast. Er valt sowieso niet zoveel te vertellen over graaf Floris II van Holland. In 1091 volgde hij zijn vader Dirk V op als graaf. Maar anders dan zijn vader en diens voorgangers was Floris de eerste die zich ‘graaf van Holland’ noemde. Het graafschap Holland begint dus bij hem. Eerdere graven werden aangeduid als ‘Friese graven’ of ‘graven in Friesland’. Holland was lange tijd onderdeel van Frisia: West-Frisia.

Al valt er verder over Floris II niet zoveel te vertellen, hij neemt wel een sleutelpositie in tussen mij en Karel de Grote. Van hem lopen er enkele afstammingslijnen terug naar Karel en een stuk of tien vooruit naar mij of naar mijn vrouw. Al die lijnen lopen via zijn bastaarddochter Hadewich, die getrouwd was met Hugo III, heer van Voorne.

Vrijwel al die lijnen lopen generaties later op een of andere manier via de familie van Muijlwijck. Deze familie was eigenlijk een zijtak van de familie van de Merwede. De eerste heer van Muilwijck, Jan (ca. 1250-1307), was een zoon van Godschalk, heer van de Merwede. Een van zijn voorvaders, Daniël I, was getrouwd met Adelheid van Voorne en via haar een afstammeling van Hadewich en Floris II.

Maar er lopen dus meer lijnen van de van Voornes naar de van Muijlwijcks. En die gaan via de familie van der Lede/van Arkel. Het schijnt dat een dochter van Hugo III en Hadewich getrouwd was met een van der Lede. Een nakomeling van hen, Mabilia, was weer getrouwd met de hierboven genoemde Godschalk van de Merwede en dus de moeder van Jan van Muilwijck, terwijl een latere nakomeling, Jan Herbaren III, heer van Arkel (ca.1280-1324), weer getrouwd was met een Mabelia van Voorne. En van hen loopt er dan weer een lijn via Jan Herbaren IV en zijn bastaardzoon Goedeken naar de van Muilwijcks.

Die laatste lijn, via de heren van Arkel, vind ik het interessantst. Bovendien is die het meest zeker. En er lopen vandaar maar liefst vier lijnen naar mij en twee naar mijn vrouw. Daarvan zal ik er hier onder twee geven, één naar mijn opa Dirk de Leeuw en één naar Aart Schutte, de opa van mijn vrouw. Daarbij kies ik voor de lijnen die het langst samen op lopen.

Vanaf Karel de Grote zou ik de eerste zes generaties dezelfde route kunnen volgen als naar Reinoud III van Gelre, maar ik kies nu een andere weg.

  1. Karel I de Grote (748-814), koning der Franken en keizer van het Heilige Roomse Rijk
  2. Pepijn (ca. 777-1810), koning van Italië
  3. Bernhard (ca. 797-818), koning van Italië
  4. Pepijn (ca. 818-840), graaf van Vermandois
  5. Herbert I (ca. 840-907), graaf van Vermandois
  6. Herbert II (ca. 880-943), graaf van Vermandois
  7. Adelheid van Vermandois (ca. 915-959). Zij was getrouwd met Arnulf I van Vlaanderen, generatie 6 uit de lijn die ik volgde naar Reinoud III van Gelre.
  8. Hildegard van Vlaanderen (ca. 938-990). Zij was dus een zus van Boudewijn III van Vlaanderen, generatie 7 uit de lijn naar Reinoud III.
  9. Arnulf (ca. 951-993), graaf van West-Frisia
  10. Dirk III (ca. 982-1039), graaf van West-Frisia
  11. Floris I (ca. 1025-1061), graaf van West-Frisia
  12. Dirk V (1054-1091), graaf van West-Frisia
  13. Floris II (ca. 1084-1121), graaf van Holland
  14. Hadewich van Holland (ca. 1110-na 1157)
  15. Dirk I (ca. 1135-1189), heer van Voorne
  16. Dirk II (ca. 1170-1228), heer van Voorne
  17. Hendrik (ca. 1200-1259), heer van Voorne
  18. Albrecht (voor 1247-1287), heer van Voorne
  19. Mabelia van Voorne (1273-1313). Zij was getrouwd met Jan Herbaren III (ca. 1280-1324), heer van Arkel. Maar in 1305 scheidde hij van haar.
  20. Jan Herbaren IV (ca. 1305-1360), heer van Arkel. Hij was een halfbroer van de Jan van Arkel (ca. 1320-1377) die bisschop was van Utrecht en Luik en die een van de hoofdpersonen is uit de roman De roos van Dekama van Jacob van Lennep.
  21. Goedeken van Arkel (ca. 1358)
  22. Gerrit de Hoghe (ca. 1380). Deze afstamming is niet helemaal zeker, maar wel waarschijnlijk, omdat hij vrij zeker een broer was van Frederik Godensz de Hoge, die een wapen voerde dat was afgeleid van het Arkel-wapen, met een schuinbalk als aanduiding van een bastaardafstamming.
  23. Gerrit Gerritsz de Hoghe (ca. 1405)
  24. Gouwe Gherijtsdr de Hoghe (ca. 1440-voor 1495)
  25. Lijsken Florisdr Holl (ca. 1468-1530)
  26. Matthijs Jans van Muijlwijck (ca. 1511-ca. 1561)
  27. Jan Matthijsz van Muijlwijck (1537-ca. 1612)
  28. Dionijs Jans van Muijlwijck (ca. 1570)
  29. Ariaentje Nijssen van Muijlwijck (1605-voor 1679)
  30. Matthijs Teunisz Terlouw (ca 1651)
  31. Teunis Tijsz Terlouw (1680-1764)
  32. Heiltie Teunisse Terlouw (1715-1791)
  33. Beertje Kortenhoeve (1738)
  34. Teuntje de Graaf (1772-1825)
  35. Willempje Veen (1808-1892)
  36. Cornelia de Vor (1852-1933)
  37. Johannes Floris de Leeuw (1880-1968)
  38. Dirk de Leeuw (1915-1985), mijn opa.

Via deze lijn ben ik dus generatie 40. De lijn naar mijn vrouw loopt tot en met generatie 31 gelijk op. Daarna als volgt:

  1. Mathijs Teunisse Terlouw (1711-1766)
  2. Adriaantje Tijsse Terlouw (1737-1800)
  3. Tijs de Ruiter (1764-1824)
  4. Arie Tijszn de Ruiter (1802-1859)
  5. Maria de Ruiter (1840-1920)
  6. Gerrit Jan Schutte (1873-1960)
  7. Aart Schutte (1901-1975), de opa van mijn vrouw.

Ook mijn vrouw is dus generatie 40.

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in