Conclusie
Niet lang nadat Oranje in 1558 weduwnaar geworden was, ging hij op zoek naar een nieuwe echtgenote. Aanvankelijk lette hij daarbij alleen op dynastieke belangen. Hij wilde een verbintenis die het aanzien van hem en zijn huis kon vergroten. Maar nadat hij twee vergeefse aanzoeken had gedaan, kwam daar een ander belang bij.
Tijdens zijn verblijf als gijzelaar in Frankrijk, in de zomer van 1559, was hij namelijk tot het besluit gekomen zich te gaan verzetten tegen de politiek van Filips II en dan met name tegen de kettervervolgingen. Hij ging omzichtig te werk. Hij letter erop geen argwaan te wekken. Een directe confrontatie met de koning durfde hij niet aan voordat hij zich verzekerd wist van de steun van de lutherse vorsten in het Duitse Rijk. Om die steun te kunnen verwerven, leek een huwelijk met Anna van Saksen het geëigende middel.
Pas nadat hij er zeker van kon zijn dat het huwelijk met Anna door zou gaan, begon hij de confrontatie met Filips te zoeken. Als eerste stap wilde hij Granvelle wegwerken. Hem zag hij namelijk als hét instrument waardoor Filips zijn politiek ten uitvoer zou kunnen brengen.
Natuurlijk is het beeld nu nog niet volslagen helder. Er blijven nog genoeg vragen over. Wat stelde Oranje zich bijvoorbeeld voor bij steun van de Duitse vorsten? Dacht hij vanaf het begin al aan militaire steun voor gewapend verzet? Wat was Oranjes beweegreden om zich te verzetten tegen de kettervervolgingen? Was het medelijden, zoals hij in de Apologie beweerde, of vreesde hij chaos en oproer in het land? Het is niet onmogelijk dat de onlusten in Orange, waar de hugenoten een grote rol bij speelden,1 hem tot het inzicht gebracht hebben dat godsdienstvrijheid noodzakelijk was om de rust in het land te kunnen bewaren, maar zeker is dat niet. Al met al is er nog genoeg uit te zoeken.
1 Rachfahl, Wilhelm von Oraniën IIa, 364-367.