Al een tijdje was het op mijn website een veel gelezen paragraaf uit de Institutie van Calvijn, maar dit jaar is het zelfs de meest gelezen paragraaf: die over waarom kinderen niet aan het avondmaal mogen (4.16.30).
Waarschijnlijk heeft dat alles te maken met het besluit van de GKV/NGK-fusiekerk om in de nieuwe kerkorde deelname aan het avondmaal door kinderen vrij te laten. Daardoor is het in het afgelopen jaar een veel besproken onderwerp geweest. En dan helpt het natuurlijk ook dat deze paragraaf in Google boven in de zoekresultaten staat als je zoekt op ‘kinderen’ en ‘avondmaal’.
Nu is het opvallend dat Calvijn dit onderwerp niet bespreekt in het hoofdstuk over het avondmaal, maar in dat over de kinderdoop. In Calvijns tijd was het vanzelfsprekend dat kleine kinderen niet aan het avondmaal mochten. Maar over de vraag of kleine kinderen gedoopt mochten of zelfs moesten worden, was wel discussie. Je had immers de wederdopers. En één van de argumenten die zij tegen de kinderdoop aanvoerden was: als kleine kinderen niet aan het avondmaal mogen omdat ze er te weinig van begrijpen, waarom mogen ze dan wel gedoopt worden? Daar begrijpen ze immers ook niets van.
Tegenwoordig wordt hetzelfde argument gebruikt, maar dan andersom: als kinderen gedoopt mogen worden, waarom zouden ze dan niet ook aan het avondmaal mogen?
Voor Calvijn is deze argumentatie de aanleiding om uit te leggen wat het verschil is tussen doop en avondmaal. Voor het avondmaal geeft de Bijbel voorwaarden, zegt Calvijn. Avondmaal is het sterven van Christus verkondigen en in herinnering brengen. Dan moet je dus wel weten wat dat sterven inhoudt. Je moet in staat zijn te onderscheiden wat Christus’ lichaam is. En je moet jezelf, je eigen geweten onderzoeken om te toetsen of je het wel waard bent om van Christus’ lichaam en bloed te eten en te drinken. Kortom, om aan het avondmaal deel te mogen nemen, heb je inderdaad kennis en onderscheidingsvermogen nodig. Dat hebben kleine kinderen nog niet en daarom kunnen ze nog niet meedoen.
Maar, zegt Calvijn, voor de doop geeft de Bijbel zulke voorwaarden niet. De doop is een teken waardoor we worden ingelijfd in de kerk. Daar geldt geen leeftijdseis voor.
Nu zijn de tegenstanders van de kinderdoop het met dat laatste natuurlijk niet eens. Zij stellen immers dat de Bijbel ook voor de doop onderscheidingsvermogen eist. Dat je pas gedoopt mag worden, als je eerst tot geloof gekomen bent. En dat daarom kleine kinderen nog niet gedoopt mogen worden.
Daar is Calvijn in de voorgaande paragrafen al uitgebreid op ingegaan. Eén van zijn tegenargumenten is dan: wat de Bijbel zegt over de doop van volwassenen, mag je niet zomaar toepassen op de doop van kinderen. Van volwassenen eist de Bijbel inderdaad geloof voordat ze gedoopt mogen worden. Maar niet van kinderen. Met andere woorden: als de Bijbel geloof eist als voorwaarde voor de doop, dan geldt die eis alleen voor degenen die ook kunnen geloven. Voor degenen die nog niet kunnen geloven, geldt die voorwaarde niet.
Nu moet ik bekennen dat ik, toen ik voor het eerst Calvijns argumentatie tegen kinderen aan het avondmaal las, me wel afvroeg: waarom zou je voor het avondmaal niet datzelfde argument kunnen gebruiken? Als voor de doop geldt dat de eis niet voor kleine kinderen geldt, waarom zou je dan ook bij het avondmaal niet kunnen zeggen dat de eis niet voor kinderen geldt? Als kinderen gedoopt mogen worden zonder onderscheidingsvermogen en geloof, waarom zouden ze dan niet ook aan het avondmaal mogen zonder onderscheidingsvermogen en geloof?
Helaas gaat Calvijn daar niet expliciet op in. Hij gaat er als vanzelfsprekend van uit dat wat de Bijbel over de voorwaarden voor het avondmaal zegt, ook voor kinderen geldt. Maar wat hij zou antwoorden als je hem ernaar zou vragen, kun je volgens mij best afleiden uit wat hij allemaal wel zegt.
Het gaat Calvijn om het verschil in functie en betekenis tussen doop en avondmaal. De doop is het teken van de inwijding en inlijving in de kerk. De doop is het teken dat we deel hebben aan Gods belofte. Net zo als vroeger de besnijdenis daarvan het teken was. Die belofte geldt ook voor de kinderen. Daarom werden vroeger kinderen besneden en moeten ze nu gedoopt worden. Dát is voor Calvijn beslissend om kinderen te dopen. En daarom zegt hij dat wat de Bijbel zegt over dopen na geloof, niet geldt voor de kinderen. Dat laatste is voor hem geen argument dat de basis vormt voor de kinderdoop. Het is andersom: dat de belofte en dus de doop ook voor kinderen is, is voor hem de basis voor de constatering dat de eisen die bij de doop voor volwassenen gelden, blijkbaar niet voor kinderen gelden.
Maar als het om het avondmaal gaat, ziet Calvijn geen reden om de eis van geloof voor kinderen los te laten. Zoals hij de doop vergelijkt met de besnijdenis, zo vergelijkt hij het avondmaal met het pascha. En ook aan het pascha, zegt Calvijn, mocht je pas meedoen als je onderscheidingsvermogen had. Immers, je moest in staat zijn te vragen naar de betekenis. Ik neem aan dat hij dat zegt op basis van Exodus 12:26-27. Daar gaat het erover dat de Israëlieten de betekenis van het pascha moesten uitleggen aan hun kinderen als die daarom vroegen. Dat vragen en antwoorden was een vast onderdeel van de pascha-maaltijd.
Echter, dan ging het dus wel om kinderen. Er deden dus toch kinderen mee aan het pascha. Hoe kan Calvijn kinderen aan de pascha-maaltijd als argument gebruiken tegen kinderen aan het avondmaal? Nou, dat is heel simpel: Calvijn was helemaal niet tegen kinderen aan het avondmaal. Hij was tegen kleine kinderen aan het avondmaal. En daarom gaf Calvijn kinderen al jong catechisatie en liet hij hen jong belijdenis doen, zodat ze ook jong toegang kregen tot het avondmaal.
Iets vergelijkbaars die je nog steeds bij veel baptisten. Die dopen geen baby’s, maar ze dopen vaak wel kinderen, zodra die oud genoeg zijn om zelf aan te geven dat ze dat willen. En dan mogen ze vaak ook aan het avondmaal.
Maar wij, gereformeerden in de 21e eeuw, wij wachten met catechisatie tot kinderen een leeftijd hebben waarop ze bij Calvijn al zo ongeveer belijdenis deden, en wij laten ze pas belijdenis doen als ze zo ongeveer volwassen zijn. Geen wonder dat die praktijk weleens vragen oproept. Kinderen hebben al veel eerder enig onderscheidingsvermogen. Kinderen kunnen al veel eerder tot geloof komen. En kunnen niet juist pubers, die het vaak zo moeilijk hebben met het geloof, niet veel hebben aan het avondmaal? Het avondmaal is immers bedoeld om het geloof te versterken. Bovendien, zou het niet goed zijn om pubers verantwoordelijkheid te geven en hen aan te kunnen spreken op een expliciete keus voor Christus, doordat ze al op jonge leeftijd belijdenis doen? Nog afgezien van het belang van de solide basis van gedegen catechetisch onderwijs vóórdat de puberteit begint.
Ik zou daar, met Calvijn, groot voorstander van zijn. En ik denk dat het de discussie over kinderen aan het avondmaal zo goed als overbodig zou maken.
Dag Gerrit, dank je wel voor dit artikel en dank je wel voor de gedachten die je meegeeft om over na te denken! Hartelijke groet, Gerwin
Veel dank voor dit artikel, nuttig voor mij om te weten hoe Calvijn het zag.