Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een psalm van Asaf, een lied.

- In Juda wordt Gods naam genoemd.
In Israël is Hij beroemd.
Zijn tent sloeg Hij in Salem op.
Zijn hol lag hoog op Sions top.
Vandaar heeft Hij het kwaad gewroken
en al het oorlogstuig gebroken. - Uw luister komt zo machtig mooi
vanuit de bergen vol met prooi.
Heldhaftigen zijn daar beroofd.
Zij werden door de slaap verdoofd.
U, Jakobs God, wist door te dreigen
al paard en wagen klein te krijgen. - Wie houdt er voor uw ogen stand
zodra uw woede fel ontbrandt?
Wanneer de hemel vonnis velt,
dan zwijgt de aarde, diep ontsteld.
Maar, God, zachtmoedigen die lijden,
komt U in ’t oordeel zelf bevrijden. - Geen vijand die uw lof niet zingt,
als U zijn tegenstand bedwingt.
Doe God geloften – kom ze na.
Kom met geschenken rond Hem staan.
Van koningen plukt Hij het leven.
Voor Hem moet elke vorst hier beven.
Deze psalmberijming is een project in uitvoering. Ik probeer regelmatig een nieuwe psalm te plaatsen, maar ik heb geen idee hoe vaak dat gaat lukken en ook niet of dit project ooit afkomt.
Psalmen zijn natuurlijk bedoeld om te zingen, dus ik heb er geen bezwaar tegen als dat gebeurt. Wel zou ik het leuk vinden om dat dan ook te weten.
En ik zou je willen vragen deze berijming niet verder te verspreiden zonder mijn toestemming en nooit zonder bronvermelding.





















