Een psalm van David, toen hij in de woestijn van Juda was.

- O God, U bent de God van mij!
U zoek ik met mijn laatste krachten.
Naar U blijft heel mijn lichaam smachten
in deze dorre woestenij.
Maar U hebt mij uw huis gegeven,
ik zag uw macht en glorie daar.
Ik weet: uw trouw is alles waard,
uw liefde meer zelfs dan het leven. - Daarom prijs ik U levenslang.
Ik hef mijn handen op naar boven.
Mijn mond zal U uitbundig loven.
Mijn lippen uiten blij gezang.
Want dat zal mij voldoening schenken.
Voor al mijn dorst bent U genoeg.
Nog heel de nacht tot ’s morgens vroeg
lig ik op bed aan U te denken. - Bij U heb ik steeds hulp gezocht.
U wilt mij met uw vleugels dekken.
Niets kan mij uit uw hand ooit trekken,
ik ben geheel aan U verknocht.
Maar zij die op mijn leven loeren,
zij zinken in de aarde weg.
Ze vallen in een zwaardgevecht.
Men zal hen aan de jakhals voeren. - De koning, die zijn God vereert,
zal zich in Hem ook steeds verblijden.
Hij zal een loflied aan Hem wijden,
zolang hij in Gods naam regeert.
Zo zal ook ieder zich verheugen
die trouw is en die bij Hem zweert,
omdat onwaarheid wordt geweerd.
God snoert de monden vol met leugen.
Deze psalmberijming is een project in uitvoering. Ik probeer regelmatig een nieuwe psalm te plaatsen, maar ik heb geen idee hoe vaak dat gaat lukken en ook niet of dit project ooit afkomt.
Psalmen zijn natuurlijk bedoeld om te zingen, dus ik heb er geen bezwaar tegen als dat gebeurt. Wel zou ik het leuk vinden om dat dan ook te weten.
En ik zou je willen vragen deze berijming niet verder te verspreiden zonder mijn toestemming en nooit zonder bronvermelding.