Voor de koorleider. Op ‘Richt niet te gronde’. Een gouden kleinood van David.

- Als jullie, machtigen, rechtspreken,
doen jullie dat dan ook wel echt
of buigen jullie dan het recht?
Naar wie geweld en onrecht plegen
slaat jullie weegschaal telkens door.
Wie kwaad doet, trekken jullie voor. - Ze zijn zo goddeloos geboren
en liegen al hun leven lang.
Ze zijn zo giftig als een slang
die de bezweerders niet wil horen.
Hij houdt zich doof zolang hij kan,
dan raakt hij ook niet in hun ban. - Verbrijzel, God, hun leeuwenkaken,
sla al hun tanden uit hun mond.
Giet hen als water op de grond.
Spant één zijn boog – laat hem niets raken,
maar knak zijn pijl nog voor hij schiet,
als was het slechts een stukje riet. - Laat hen maar als een slak verdwijnen,
waarvan je slechts een slijmspoor vindt,
of als een doodgeboren kind
dat nooit het zonlicht zal zien schijnen,
ja, als wat brandhout dat verwaait
voordat het vuur is opgelaaid. - Maar wie rechtvaardig is, zal juichen.
Hij wast zijn voeten in het bloed
van wie straks voor zijn zonden boet.
De mensen zullen dan getuigen:
‘Er is een God en Hij doet recht!
Wie goed doet, die beloont Hij echt!’
Deze psalmberijming is een project in uitvoering. Ik probeer regelmatig een nieuwe psalm te plaatsen, maar ik heb geen idee hoe vaak dat gaat lukken en ook niet of dit project ooit afkomt.
Psalmen zijn natuurlijk bedoeld om te zingen, dus ik heb er geen bezwaar tegen als dat gebeurt. Wel zou ik het leuk vinden om dat dan ook te weten.
En ik zou je willen vragen deze berijming niet verder te verspreiden zonder mijn toestemming en nooit zonder bronvermelding.