Berijming van Psalm 36

0
38

Voor de koorleider. Van David, de dienaar van de HEER.

  1. De zonde spoort de zondaar aan:
    ‘Je mag je eigen gang best gaan.
    God hoef je niet te vrezen.’
    Zijn schuldbesef raakt afgestompt.
    Hij denkt dat straf er niet van komt,
    dat hij gerust kan wezen.
    Zo vaak zijn mond maar open gaat,
    klinkt er bedrog en leugenpraat.
    Hij zit vol slinkse streken.
    In bed broedt hij nog onrecht uit.
    Nooit neemt hij eens een wijs besluit.
    Hij blijft in kwaad doen steken.
  2. Uw goedheid, HEER, gaat hemelhoog.
    Uw trouw reikt verder dan het oog,
    voorbij de hoogste wolken.
    Uw recht blijft als de bergen staan.
    Uw oordeel is een oceaan,
    vol bodemloze kolken.
    Hoe kostbaar is uw liefde, HEER!
    De mensen mogen altijd weer
    onder uw vleugels leven.
    Bij U thuis doen zij zich te goed.
    U wilt hen van uw overvloed
    nog zoveel heerlijks geven.
  3. Want al het leven komt van U
    en door uw licht, HEER, valt hier nu
    ook licht in onze ogen.
    Zorg in uw goedertierenheid,
    uw trouw en uw rechtvaardigheid
    voor wie U kennen mogen.
    Met goddeloze overmoed
    loopt men mij graag onder de voet.
    Laat hen mij niet verjagen!
    Maar, kijk, daar vallen zij al neer
    en opstaan kunnen ze niet meer.
    Ze zijn totaal verslagen.

Deze psalmberijming is een project in uitvoering. Ik probeer regelmatig een nieuwe psalm te plaatsen, maar ik heb geen idee hoe vaak dat gaat lukken en ook niet of dit project ooit afkomt.

Psalmen zijn natuurlijk bedoeld om te zingen, dus ik heb er geen bezwaar tegen als dat gebeurt. Wel zou ik het leuk vinden om dat dan ook te weten.

En ik zou je willen vragen deze berijming niet verder te verspreiden zonder mijn toestemming en nooit zonder bronvermelding.

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in